Routes

Zelf maken we graag gebruik van de duitse reisgidsjes van "Highlight Verlag".
Het boekje "Lust auf Dolomiten" beschrijft 10 motor-toertochten. Sinds 2020 kun je op de site de routes ook downloaden. De boekjes zelf zijn rond de 10 euro. Wij hebben ze meestal gekocht bij Louis in Duitsland.

==> gpx-file 2011
==> gpx-file 2013

Dolomieten 2013

Dit jaar sluiten we onze vakantie in Slovenië/Kroatië af met een paar dagen Dolomieten. Gisteravond zaten we nog in Bovec in Slovenië, waar mijn achterband lek raakte. De band hebben we ter plekke gerepareerd met een prop. Het ging goed vandaag.


Maandag 23 juni (rustdag)

Ik doe 's ochtends de gordijnen open en even snel weer dicht. Het was bekend dat het vandaag qua weer geen rijdag zou worden, maar dit is toch wat overdreven. Er ligt een laagje sneeuw op de motoren. We zitten op 1600 meter hoogte en het is 9 graden. Een enkele groep motorrijders probeert het vandaag toch en doet een toer in zuidelijke richting. Wij doden vandaag de tijd met lezen en wandelen. Tussendoor raadplegen we ook nog even de site van de autozug. Met een prop in de band over de snelweg terug lijkt ons geen goed plan. We kunnen donderdag voor 380 euro met de trein vanaf Bozen naar Düsseldorf. Dat is mooi, want dan kunnen we onze dagen in de Dolomieten optimaal benutten en zijn we vrijdagmiddag volgens plan thuis.


Dinsdag 24 juni (Pragser See, passen en Bindelweg)

De lucht is strak blauw. Vandaag een toer die we in 2011 in de regen reden. Deze keer doen we wel de abstecher naar de smaragdgroene Pragser Wildsee. De hele dag hebben we amper toeristen gezien, maar hier is het onverwacht druk. Veel mensen doen de wandeling rondom het meer (1,5 uur). De parkeerwachter wijst ons een plek onder de bomen, waar we geen parkeergeld hoeven te betalen. We gaan een beetje wandelen, een cache zoeken en sluiten af met koffie en apfelstrüdel.


Op de Furkelsattel worden we door een oude Kawa ingehaald. De man rijdt hard en het ziet er allemaal heel soepel en moeiteloos uit, mooi om te zien. De rest van zijn groep blijft ver achter...net als wij. Na de Furkasattel volgen het Grödner Joch, Sella en Pordoi. Voor de Pordoi parkeren we de motoren en gaan met een lift omhoog naar de Bindelweg (Viel del pain). We hebben niet veel tijd omdat over ruim een uur de laatste lift naar beneden gaat. Dat wordt time-boxen. Hier komen we nog wel eens terug om uitgebreider te wandelen.





Woensdag 25 juni (San Boldo)

De achterband blijft overdag keurig op spanning, maar elke nacht verliest die wel een beetje. En elke nacht iets meer. Dus de eerste gang elke ochtend is naar het tankstation. Vandaag een mooie route in zuidelijke richting met als hoofddoel de San Boldo:
Although the need to rebuild the steep road over the San Boldo pass into a motorable road was clear by the end of the 19th century, this project languished until the Austro-Hungarian army accomplished it from February to June 1918 as part of its World War I logistical efforts. The road to supply the Piave front was built in only three months. Due to its short construction period, it is nicknamed the "Road of 100 Days." Prisoners of war, the elderly, women, and children of the local population were pressed into service to build it. In its final construction phase, 1,400 workers worked in three shifts to build this strategically important connection. Despite the extreme topography, the requirement that the road be used for transporting heavy artillery and supplies meant that the grade could not exceed 12%.

Donderdag 26 juni (naar Bozen)

De band meet vanochtend nog maar 1.65... Via de Fedaiapas gaan we naar Bozen. We maken er een lekker relaxed dagje van. Om 14.30 zijn we in Bozen. Het laadstation is heel snel gevonden. Het inchecken begint al om 15.30. De Duits/Italaanse dame heeft het goed in de hand, er is totaal geen stress. In Narbonne hebben we dat wel eens anders meegemaakt. We praten wat bij met andere reizigers. Een groepje Italiaanse motorrijders pakt de trein naar Hamburg en gaan vanaf daar naar de Noordkaap. Na het laden gaan we in het centrum eten. Nog een paar inkopen bij de Spar en dan naar de trein.




Om 8.15 komen we de volgende ochtend in Düsseldorf aan. Een medewerker van de Autozug pompt mijn achterband op en dan kunnen we op pad. In stromende regen rijden we naar huis...



Dolomieten 2011

Gerard is er vorig jaar nog geweest met vrienden en kan er maar geen genoeg van krijgen. Voor mij is het al 15 jaar geleden, ergens in het pre-digitale tijdperk, toen we nog foto-albums hadden.

We hebben dit jaar weinig voorbereid. Gerard heeft natuurlijk nog de routes van vorig jaar, gebaseerd op het motorreisgidsje "Lust auf Dolomiten".
Een dag voor vertrek haal ik nog snel even een boekje bij de ANWB met suggesties voor dagwandelingen: "ANWB Aktief Dolomieten". En, last but not least, hebben we nog een oud reisverslag uit de ANWB-kampioen met best wel leuke tips.


Donderdag 16 juni (470 km)

We gaan in drie dagen binnendoor, met hier en daar een stukje snelweg om toch een beetje op te schieten. De weersvooruitzichten zijn slecht, maar tot onze verbazing hebben we de hele dag heerlijk rij-weer (20-25 graden). Tot Hamm nemen we hoofdzakelijk snelweg, daarna gaan we binnendoor: dwars door het Sauerland, een stukje Schottenring etc. We eindigen de dag in een uitstekend hotel in Marktheidenfeld. Als we zitten te eten bij de Griek begint het zachtjes te regenen.

Vrijdag 17 juni (470 km)

Wat een mazzel. De regen is vannacht gevallen en we hebben wederom een prachtige dag voor de boeg. Eerst weer de nodige kilometers binnendoor. De stad Langenburg nodigt uit tot een bezoek. Via de oude stadspoort komen we op een prachtig plein. Er is weinig te doen en het cafe is nog dicht. We hebben zelf drinken bij ons en gaan daarmee toch maar even op het terras zitten.

Het laatste deel naar Ulm pakken we de snelweg. Al met al zijn we mooi vroeg in Sonthofen. We hadden dit als eindpunt gedacht voor vandaag, maar omdat het nog vroeg is en het weer zo mooi, gaan we door. We gaan het Hahntenjoch over. Een prachtige bergpas. We eindigen de dag bij Bikergasthof Post in Sautens. En, alsof het zo moet zijn, tegen etenstijd begint het weer zachtjes te druppelen.



Zaterdag 18 juni (175 km)

We kunnen niet altijd geluk hebben…vandaag miezert het een beetje. We zijn blij dat we gisteren met dat mooie weer toch nog even het Hahntenjoch meegepakt hebben. Vandaag gaan we over het Timmelsjoch naar Italië. Een enkeltje kost 12 euro, retour 14 euro. We nemen een enkeltje, ik vraag me nog even af of retour misschien slimmer is, maar eigenlijk hebben we nog geen flauw idee hoe we teruggaan. Boven op de pas stoppen we uiteraard even voor een foto. Aan de Italiaanse kant kunnen we de foto's wel vergeten. Wat een mist. "Dicke Suppe" noemen de Duitsers dat. Nou de soep is deze keer wel heel erg dik. Ik zie nog net de witte streep rechts van mij. En ik moet mijn best doen om het achterlicht van Gerard niet uit het oog te verliezen. Ik merk aan zijn rijden dat hij de haarspeldbochten op de navigatie eerder ziet dan in het echt. We lopen toch nog in op een auto die het mistachterlicht aan heeft. Wel zo prettig. Oeps, een koe op de weg. Ai, daar nog een in berm … het gaat allemaal goed. Gelukkig eventjes geen fietsers.  

Beneden stoppen we voor koffie. Daar zijn we wel aan toe. Een apfelstrüdel erbij hebben we ook wel verdiend. En nu de volgende keuze. Gaan we verder over de Jaufenpas, zoals gepland, of toch maar gewoon door de dalen? We kiezen voor het laatste. Genoeg dikke soep gehad vandaag. Eerst naar Merano. Dan over B-wegen naar Bolzano. Niet echt bijzonder, we hadden evengoed de snelweg kunnen pakken. We rijden dwars door Bolzano. Best een mooie stad, met veel Italiaanse flair. Daarna komen de toerwegen. Na het Gardena-dal is het weer tijd voor koffie en gaat de regenkleding uit. Via de Karerpas komen we in Val di Fassa, een bekend vakantiegebied.

Camping in Pozza di Fassa

We hebben niks besproken en gaan op de gok naar camping Vidor. We hebben ons kleine niet meer waterdichte koepeltentje bij ons, maar waarom weten we zelf niet precies. Vorig jaar in Noorwegen hebben we er best wel plezier van gehad, op precies de juiste momenten. Misschien dit jaar bij mooi weer en niet zo hoog in de bergen. Nu eerst maar eens op zoek naar een appartement, bij voorkeur op een camping, omdat op een camping doorgaans wat meer leven is. We gaan als eerste naar Vidor. Het ligt een paar kilometer buiten het dorp. Helaas zijn alle huisjes, appartementen en kamers al vol. En ook al voor de rest van de week. Dat is een tegenvaller, maar misschien wel te verwachten omdat Vidor in 2009 camping van het jaar was bij de ANWB.

De volgende op ons lijstje is camping Rosengarten. Het ligt aan de rand van het dorp Pozza di Fassa, wat op zich wel prettig is. Zoals op de meeste campings in de Dolomieten, erg veel vaste staanplaatsen (wintersport). De passanten zijn hoofdzakelijk caravans en campers. Weinig tenten. Ze hebben nog een appartement vrij. Helaas zonder balkon, maar wel een erg mooi nieuw appartement. Het ziet eruit alsof het nog nooit gebruikt is. Ze vragen 50 euro per nacht en het minimum verblijf is 3 nachten. Nou, daar beginnen we dan maar mee. Onder de appartementen zit het nieuwe camping-sanitair. Allemaal heel mooi en ruim. Zelfs een honden-douche is aanwezig.

de oude en nieuwe brenner

Zondag 19 juni (230 km)

Karerpas, Welschnofen, Obereggen, Lavaze pas, Cavalese, Aldein, Deutschnofen,
via oude Brenner noordwaarts, en terug over Kastelruth, Vols, Nigerpass, Karerpas.


Het is zondag en het weer is perfect voor motorrijden. Dat betekent dat het werkelijk stikt van de motoren in de Dolomieten, hoofdzakelijk met Italiaanse en Duitse kentekens. En er wordt uiteraard ook veel gefietst. Wij kiezen een toer over allerlei kronkelwegen in westelijke richting.

Vijftien haarspeldbochten brengen ons omhoog naar het dorp Steinegg, maar we zien er geen uitnodigende terrasjes. De weg is doodlopend, dus moeten we via dezelfde bochten weer naar beneden. Het geeft ons in elk geval wel een mooi uitzicht op de naast elkaar liggende oude en de nieuwe Brenner. We komen terecht in een boomgaard bij een fiets-rust-punt aan de oude Brenner. Gerard wil cola bij het eten, maar dat hebben ze niet. Huh? Het blijkt een soort van bio-boerderij te zijn met, eerlijk is eerlijk, heerlijke zelfgemaakte vruchtensappen. En daarbij de echte Italiaanse knödel. Ze zijn een stuk smaakvoller dan de Oostenrijkse meelballen.

Op de foto links zie je de oude en de nieuwe Brenner.




Tanken

Iets verderop aan de oude Brenner willen we tanken. De meeste stations zijn onbemand op zondag (op de andere dagen rond het middaguur). Onze bankpassen en credit cards worden niet geaccepteerd door de automaat. Alleen contant geld. Er staan al een paar Italianen te hannessen met papiergeld. Uiteindelijk lukt het met 2 briefjes van 5. Mijn GS, met een verbruik van 1:25, kan weer even vooruit.
Als de stations wel bemand zijn, hebben ze trouwens ook het liefst contant geld.

Terug gaat het over de Nigerpass en de Karerpas.
Beneden gaan we nog even naar de Karersee voor een geo-cache en een foto.

Karersee

Maandag 20 juni 2011 (wandeling Rosengarten)

Het appartement is rustig gelegen en het bed is gemaakt van een speciale, nachtrust bevorderende, houtsoort. Of het aan het hout ligt weten we niet, maar we hebben in elk geval diep en lang geslapen. We hebben deze ochtend geen warm water. Gerard informeert bij de eigenaar en samen gaan ze naar de stookruimte. Gerard weet niet wat hij ziet, zoveel boilers, schakelkasten e.d. Er blijkt een zekering door te zijn.

Al met al zijn we vandaag laat op pad. We gaan vanaf de camping lopend naar het dorp Vigo, waar de lift ons naar het bekende wandelgebied "Rosengarten" brengt. Eenmaal boven is het ongeveer 3 kwartier wandelen naar refugio Gardeccia. Het terras ziet er uitnodigend uit. Na het eten loop ik even naar de rand van het terras om een beetje rond te kijken. Er zit een man alleen te eten. Hij begint te lachen en het duurt even tot ik het ook zie. Beneden staat iemand achter een hokje zich om te kleden. Hij waant zich uit het zicht, maar er komt net een vuilniswagen aanrijden die precies in dat hoekje moet zijn. Hij bedekt snel de voorkant, maar staat ondertussen met de blote kont pontificaal naar het terras. Ik krijg de slappe lach en loop maar terug, voordat het nog genanter gaat worden.
Na de lunch lopen we verder naar refugio Vajolet. Pad 546 is een keurig breed wandelpad, maar hier en daar wel steil. Er moeten 250 hoogtemeters overwonnen worden. Volgens het ANWB-gidsje moeten we terug over dezelfde paden. Volgens de borden zijn er ook andere opties over minder mooi aangelegde paden. We zouden best wel willen, maar we weten niet hoeveel tijd we daarvoor moeten rekenen en de laatste lift gaat om zes uur. Dat wordt krap. We kiezen toch maar het zekere voor het onzekere. Bovendien heb je op de terugweg toch weer heel andere uitzichten.



Refugio Gardeccia

op weg naar refugio Vajolet op de weg terug

Dinsdag 21 juni 2011 (220 km)

Passo San Pellegrino, Passo di Valles, Passo di Rollo, Passo di Cereda, Agordo, Alleghe, Colle Santa Lucia, Passo di Giau, Falzarego, Passo di Fedaia

Wat moeten we zeggen over deze dag... het is een zeer mooie route en heel gevarieerd. Typisch zo'n route waar we de hele dag voor uittrekken. De dag begint met bossen, alpenweiden en weidse passen. Veel picknicktafels. Weinig verkeer.
Bij Agorda wordt het warmer en rijden we over iets meer doorgaande wegen, maar niet lang.
Als afsluiter doen we deze dag nog een lus in de centrale Dolomieten. Op de Giau is het echt druk met motorrijders. De broodjes "Dolomiti" smaken er goed. Dat zijn broodjes met kaas en spek, kort gegrild. Beetje het idee van een tosti.
Eenmaal weer op pad komen we terecht in een Duitse groep met ongeveer ons tempo. Van foto's maken komt even niks meer terecht. Tot Fedaia rijden we mee in de groep. Zouden ze hetzelfde reisgidsje hebben? Bij de dam, aan het eind van het Fedaia meer, stoppen wij voor het uitzicht op de Marmolada-gletscher en rijden op en neer over de dam.

Passo di Valles en Passo Rollo


Passo di Giau




Fedaia stuwmeer


Woensdag 22 juni: camping Sass Dlacia

Na 4 nachten besluiten we te verkassen. We missen het balkon toch wel een beetje. En eigenlijk is het ook handiger om de andere toertochten vanuit een oostelijker locatie te doen. Allereerst gaan we naar de camping in Corvara. In Corvara is weinig te doen en de paar huisjes die ze hebben staan apart van de camping zelf. Beetje saai dus. We rijden door naar de camping waar een collega al eens is geweest. Ook hier weer veel vaste plaatsen. Enig minpuntje is dat er geen dorp op loopafstand is. Maar er is wel een campingwinkeltje met 's ochtends verse broodjes. En een restaurant en een grote zitruimte met boeken en tijdschriften. Boven deze voorzieningen zijn de appartementen. Niet zo luxe als ons vorige appartement, maar wel met balkon. Ook hier vragen ze 50 euro per nacht.

Omdat het mooi weer is, laden we de bagage af en gaan gelijk weer op pad voor een rondje Sella.



De Sella-ronde (102 km)

Corvara, Arrabba, Pordoi, Sella, Grödnerjoch, Corvara, Arabba, Falzarego, Valparola

Dit is HET bekende rondje in de Dolomieten. Eigenlijk hebben we net al een deel van deze route gereden, op weg naar onze nieuwe stek. Het is niet erg om dat nog een keer te rijden, maar nu lekker zonder bagage.... en weinig foto's gemaakt ;)

Donderdag 23 juni (120 km).

De weersverwachtingen zijn slecht, maar omdat het rond het middaguur op de camping nog steeds droog is, besluiten we toch een stukje te gaan rijden. Gerard kiest voor de route in noord-oostelijke richting. Bij het meer van Misurina begint het te regenen. We gaan ri. Bruneck. De "abstecher" naar het mooie Pustertal laten we links liggen. Iets verderop gaan we linksaf naar de Furkelsattel. Het begint nu echt te gieten, kompleet met onweer en hagel. Dit was dus geen goed plan. Eigenlijk ook een beetje jammer van de mooie route. De handschoenen en laarzen zijn flink doorweekt. Op de camping hebben ze geen droogruimte. De vorige had dat wel en het hotel in Sautens ook (eigenlijk voor de wintersport). Dan maar op de ouderwetse manier de laarzen volproppen met (wc)papier. En de rest hangen we uit op het overdekte balkon.

Omdat we weinig hadden voorbereid voor deze vakantie, gaan we ons vanavond maar eens echt verdiepen in de meegenomen reislektuur. Aan het eind van de avond hebben we ruim voldoende ideeën voor de komende dagen.

Vrijdag 24 juni (Cascata di Fanes)

We gaan eerst naar Cortina 'd Ampezzo, bekend van de winterspelen in 1956. De ijshal van toen staat er nog steeds.

Ons hoofddoel vanmiddag ligt iets ten noorden van Cortina, een waterval in het natuurpark Fanes. Een kilometer achter hotel Fiames gaan we linksaf en rijden door tot de parking. Volgens de dame in het informatiekantoor is het een uur lopen. Daar hadden we niet op gerekend en we hebben dan ook geen wandelkleding mee. We gaan het toch maar proberen met motorlaarzen en motorbroek. De helmen en jassen gaan in de koffers. Rugzakje met drinken en broodjes mee.

Het eerste deel van het pad is verhard. Na 500 meter komt de eerste twijfel. Welke bordjes moeten we volgen? Op dat moment passeren ons twee Nederlandse mountainbikers. Ze komen net bij de waterval vandaan en volgens hen is het goed te doen. Na een half uur komen we groepjes wandelaars tegen. Ze kijken verbaasd naar onze "wandel"kleding. Gelukkig zit er niet al te veel stijging in en gaat een groot deel door schaduwrijke bossen. We passeren een brug over een 80 meter diepe kloof. Iets verderop, in een bocht, een groepje uitgelaten kinderen en allerlei borden met verwijzingen waar we niks van snappen. We lopen door. Tweehonderd meter verder zitten ATB'ers met een kaart. Ze spreken Duits. Wasserfall? Ze wijzen het aan op de kaart. Zeker nog 5 km lopen en 500 meter stijging. Na nog wat gezellig kletsen met de heren, besluiten we terug te gaan. Dit wordt te gek. We balen wel en zijn ook een beetje boos op onszelf, omdat we bij het kantoortje de kaarten niet bestudeerd hebben.
We komen weer langs het groepje kinderen. Gerard merkt op dat ze net nog regenkleding aan hadden en nu niet meer. Bovendien is de sfeer erg uitgelaten, alsof ze iets volbracht hebben. We besluiten maar eens achter de rotspartij te kijken. En jawel, we horen de waterval.



Het is een smal pad, met staalkabels. Voor ons lopen enkele klettersteigers. Ze zekeren zich aan de staalkabels. We zijn verbaasd. Is dit niet wat overdreven? Dichtbij de waterval is het aardig nevelig. De grote camera van Gerard doen we in de rugzak en laten we achter, vastgemaakt aan de staalkabels. We lopen door tot achter de waterval. De klettersteigers verdwijnen aan de andere kant door een spleet. Gerard gaat er achteraan. Ik wacht nog een tijdje, maar ga dan toch maar terug met de rugzak. Ik neem aan dat Gerard straks ergens anders opduikt. Uiteindelijk komt hij over hetzelfde pad terug. De klettersteigers gingen over rotsen naar beneden naar de rivier en staken daar het water over. Allemaal niet te doen zonder uitrusting. We zijn blij dat we de waterval toch gevonden hebben. Het is duidelijk dat de Duitse ATB'ers geen idee hadden van het bestaan van deze waterval. Ondertussen passeren andere ATB'ers en vragen ons de weg naar Corvara. We attenderen ze en passant ook maar even op de waterval…... Terug op de parkeerplaats, na 10 kilometer wandelen, trakteren we onszelf op koffie met gebak.





Internet

Gerard informeert bij de eigenaar van de camping of ze WiFi hebben. We hadden het idee van niet, maar vragen toch maar even voor de zekerheid. De man kijkt verbaasd over zijn brilletje "Wie bitte?"… "WiFi… internet" ….. "Nei--n, das haben wir nicht". Alsof we iets heel vreemds vragen. Ongelooflijk, geen internet op zo'n grote camping. Vorig jaar zaten we in Noorwegen. Elke camping had internet. En eigenlijk hadden we daar dit jaar ook op gerekend. Het is erg handig om de weersverwachtingen te bekijken. En om een volgende camping uit te zoeken. Een waterval opzoeken. Of geo-caches uitzoeken, onze andere hobby. Graag pakken we er in de vakantie een paar mee, zeker op bijzondere plekjes of tijdens bijzondere wandelingen. Maar geen internet dus. Via SMS-jes stuurt een vriendin ons een aantal caches (Ellen bedankt!).

Zaterdag 25 juni (220 km)

Falzarego, Passo Duran, Agordo, Belluno, Forno, Passo Cibianam Cortina

Wederom een toer waar van alles in zit. Passo Duran is van het soort "smal, steil, bochtig, slecht asfalt, verlaten dorpjes, weinig verkeer". Wij vinden het wel wat hebben. De weg van Agordo naar Belluno is breed, goed asfalt, lange bochten en veel auto's. Maar ook qua sfeer en temperatuur is het gevarieerd. In het noorden overheerst de Tiroler sfeer en meer naar het zuiden wordt het al snel Italiaans, zoals in Belluno. Het is hier ook aanzienlijk warmer. Volgens alle reisgidsen is het centrum van Belluno een absolute aanrader. Het is de stad van de ijsmakers.
Maar het is ons te warm. Wij gaan wel ergens in de bergen lunchen. Gerard weet niet meer exact waar ze vorig jaar gegeten hebben. We hebben nog broodjes bij ons en stoppen bij een picknick-tafel. Zoals dat altijd gaat, lag het leuke restaurantje van vorig jaar 1 kilometer verderop.



Nog iets verderop stoppen we aan de voet van Monte Rite. We gaan hier met de shuttle-bus omhoog naar het museum van Reinhold Messner. In de tijd dat we nog niet veel tv-zenders hadden, keken we vaak naar de Duitse tv en zodoende naar documentaires van deze man. Hij spreekt tot de verbeelding.
In de Alpen heeft hij diverse musea onder de naam Messner Mountain Musea, waaronder deze op de Monte Rite De shuttle-bus brengt ons in 20 minuten omhoog. Het uitzicht is minder spectaculair dan verwacht, maar daar moet je ook geluk mee hebben. We wandelen eerst boven wat rond en bezoeken dan het museum, een oude bunker uit de oorlog met futuristische glazen koepels. Elk museum van Messner heeft zijn eigen thema. Deze hangt vol met schilderijen, die uiteraard allemaal de bergen of de bergsport als onderwerp hebben. Ook Ronald Messner heeft zo zijn eigen helden, blijkt in de filmzaal. We zien o.a. een film van een jongeman die in een paar uur in zijn eentje en zonder hulpmiddelen de Half Dome in Yosemite beklimt.





Zondag 26 juni (wandeling rondom de Drei Zinnen)



Vandaag een klassieker onder de wandelingen: "Rondom de Drei Zinnen".
Het laatste deel naar de Drei Zinnen is een tolweg. Gerard heeft enkele jaren geleden deze tolweg gereden voor de uitzichten en vond het toen zonde van het geld, maar vandaag is het zicht geweldig. Boven zijn meerdere grote parkeerplaatsen en ze zijn al aardig vol. In een hoekje kunnen we de motoren kwijt en kleden we ons om. Het waait er waanzinnig hard. Omdat ik geen winddicht jack bij me heb, rits ik de goretex-laag uit mijn motorjas en gebruik dat als jasje. Gerard heeft een regenjack bij zich. Onder onze motorbroeken hebben we altijd underwear. We houden deze maar aan onder de wandelbroeken. Het is even een omkleed-partij, maar dan kunnen we op pad.

In no-time zijn we uit de wind en is het eigenlijk best wel warm. De jasjes gaan weer uit. Een half uur na de start zijn we al bij refugio Lavaredo. Even lekker op het terras zitten en genieten van de uitzichten.



De route lijkt zich hier te splitsen. We twijfelen, maar blijven route 100 volgen. Uiteindelijk blijken beide paden weer bij elkaar te komen. Tijd voor onze eerste cache deze dag. Deze is snel gevonden. We vervolgen onze weg naar de volgende refugio, aan de achterkant van de Drei Zinnen.






Refugio Auronzo ligt iets boven het pad. We hoeven er niet persé langs, maar de uitzichten zijn de klim wel waard. We wijken hier even een stukje van de route af, op zoek naar een cache met 4 sterren. Het is een moeilijk pad en de gps wijst aan dat het 100 meter boven ons ligt. Na een kwartier geven we het op. We weten niet hoeveel moeilijker dit pad gaat worden en of het überhaupt wel langs de cache komt. Terug naar de refugio en dan terug naar ons eigenlijke pad.

We vervolgen onze route door een dal, van waaruit we ook weer omhoog moeten. Hoogste tijd om de underwear-broeken uit te doen. Daarna worden de paden smaller en lopen we zelfs een beetje in file.

We komen bij de derde regufio. Officeel is deze nog niet open, ze zijn nog aan het inrichten, maar we mogen er wel drinken bestellen. Ook de andere refugio's zijn nog maar 1 of 2 weken open.
Bij een nabijgelegen meertje nog even de derde cache voor vandaag. Tegen het eind van de wandeling gaat Gerard iets van de route af en gaat letterlijk ondergronds voor een cache, maar dat is een heel verhaal apart...

Maandag 27 juni (200 km)

Badia Abtei, Würzjoch, Lüsen, Brixen, Sankt Andrea, San Pietro, Klausen, Wolkenstein, Corvara

De lucht is strak blauw. Eerst maar eens rustig ontbijten op het balkon en kaartjes schrijven. Om half elf gaan we op pad voor een mooie route. Eerst een stukje naar het noorden en dan linksaf over het Würzjoch. Bovenop het Würzjoch gaan we koffie drinken. Op het terras worstelt een Italiaans stel met een BMW-helm. Het vizier is eraf en ze krijgen het niet meer gemonteerd. Na een tijdje kan Gerard het gemopper over en weer niet langer aanhoren... "Soll ich mal?" .... en voor ze de kans krijgen te antwoorden is het klack klack... klaar. Verbaasde blije blikken (ze spreken geen Duits).
Na het Würzjoch gaan we rechts een heel klein weggetje in. Het is een smalle weg langs een rivier. We rijden afwisselend links en rechts van de rivier. Behalve een paar motorrijders zien we hier niemand.





Na Lüsen wordt de weg breder en is het asfalt weer strak. We zijn op weg naar Brixen.

Vaak slaan we steden over, maar vandaag maar eens niet. Precies zoals voorspeld in het gidsje komen we uit bij motor-parkeerplaatsen dichtbij het centrum. Mooi! Het is allemaal niet echt groot, maar wel leuk om even te bezoeken. Omdat het inmiddels lunchtijd is, zoeken we een mooi plekje op het plein.






Tegen de tijd dat we de stad weer uitrijden, is het volgens de thermometer 32 graden. Hoogste tijd om weer de bergen in te gaan. Op aanraden van onze reisgids gaan we even op en neer naar Plose. Wat ons betreft, zonde van de tijd en de moeite (waarschijnlijk mocht je vroeger verder doorrijden).

Dan rechtsaf in westelijke richting naar het Villnoßtal. Een mooi romantisch gebied. Het massa-toerisme kom je hier niet tegen.

Via de oude Brenner komen we in Val Gardena, bekend van het houtsnijwerk. En terug naar de camping over het Grödnerjoch.

Dinsdag 28 juni (Falzarego)

Vandaag een laatste wandeling. We twijfelen tussen de "Bindelweg" en de "Falzarego". De nostalgie wint. We gaan naar de top van de Falzarego, waar we al twee keer zijn geweest. We gaan met de motoren naar de lift op de bergpas. Met de lift zijn we vlotjes boven. In principe kunnen we vanaf hier lopend terug naar onze camping, maar dat gaan we toch maar niet doen.
Via het terras van de refugio lopen we naar het ijzeren kruis. Het uitzicht daar is werkelijk schitterend. Dat verveelt nooit. Je hebt er o.a. prachtig zicht op de Marmolada-gletscher en het Sella-massief. Het kleine stipje op de rechterfoto is Gerard, uitkijkend over het Sella Massief.

Uitzicht op de Marmolada-gletscher Uitzicht op het Sella-massief, kleine stipje is Gerard

Dan terug naar refugio, langs de lift en verder de andere kant op naar een gangenstelsel uit de eerste wereldoorlog. Het begin van het pad is niet gemakkelijk. Af en toe een stukje door oude loopgraven. Uiteindelijk komen we uit bij een deur. We hebben maar 1 lamp bij ons en dat is niet handig, want het is er aardedonker. Eigenlijk hebben we ook geen idee waar de gangen naar toe leiden. Wat dat betreft is de informatie hier nogal summier. We besluiten terug te gaan. Als we buiten komen, komt net een gezin aanlopen. De vrouw draagt een hondje bij zich.



We hangen nog wat op het terras bij de refugio (ook mooi uitzicht).

Refugio




Terug beneden maken we nog een ommetje met de motoren.
We doen onderweg een paar geo-caches en maken nog wat rij-foto's.

Woensdag 30 juni (Jaufenpas en Timmelsjoch)

Via de Jaufenpas en het Timmelsjoch verlaten we de Dolomieten. Het is werkelijk schitterend rij-weer. Wat een verschil met anderhalve week geleden toen we in dikke mist op de Timmelsjoch reden.

Jaufenpass koffiestop bovenop de Jaufenpass



Stop vlak voor de tunnel op de Timmelsjoch