Vakantie 2001

De route (uit en thuis 7000 km)


De route
De kleur oranje geeft de heenroute weer, geel de terugroute.

Picos de Europa

De Picos de Europa is een relatief klein natuurgebied in noord-Spanje, dat opvalt door zijn pieken en steile kloven, de diversiteit aan planten en bloemen, en de vele loslopende runderen en paarden waar je als motorrijder constant alert op moet zijn. De Picos vormt letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van een lange bergketen die slingert langs de noordkust van Spanje, de Cordillera Cantábrica. Het is dan ook niet voor niets een van de favoriete vakantiebestemmingen van de Spanjaarden zelf.

Enkele jaren geleden waren we al eens op weg naar de Picos, totdat we na een week tot het besef kwamen dat we nog steeds in Frankrijk zaten en de resterende anderhalve vakantieweek te kort zou zijn om de Picos te verkennen. We zijn toen maar de Pyreneeën ingetrokken. Dit jaar zetten we onze motoren opnieuw richting de Picos, maar nu met een strakkere planning en een week extra vakantie. In onze bagage zit het "Routeboek NW-Spanje" van de Stichting En-Route, het reisgidsje "Wegwijzer Picos de Europa" van Teresa Farino, de Michelinkaarten 441 en 442 en het Engelse hotelgidsje "Nice places to stay in Spain and Portugal".

In vijf dagen via Rioja naar de Picos

Op de eerste zondag in juni beginnen we onze vakantie op de snelweg, zodat we de eerste dag gelijk een flink stuk op weg zijn. Bij Parijs verlaten we de snelweg en gaan via N- en D-wegen in een bijna rechte lijn naar het zuiden. Na drie dagen en ongeveer 1500 kilometer komen we aan in het plaatsje St.Jean Pied de la Port, net boven de Spaanse grens. Om alvast in Spaanse sferen te komen bestellen we op de markt Churros. Dat zijn gefrituurde deegslierten die geserveerd worden met suiker of chocoladesaus. Qua populariteit te vergelijken met onze frieten.

Beschouwden we de eerste drie dagen nog een beetje als aanrijroute, vanaf nu willen we echt binnendoor. We gebruiken daarvoor de dagroutes 1 en 3 uit het routeboek. In de Pyreneeën is het koud en miezerig. Hier zien we voor het eerst de pelgrims die lopend of fietsend op weg zijn naar het graf van de Heilige Jacobus in Santiago de Compostela. De diverse in Frankrijk startende pelgrimsroutes komen in dit westelijke deel van de Pyreneeën samen. Dit zijn voor de pelgrims de langste en zwaarste etappes. De vaak zwalkende fietsers passeren we dan ook maar met een ruime boog. Gedurende onze vakantie zullen we hun route (de Camino) nog regelmatig kruisen, want Santiago is ook een van onze reisdoelen.

Even naar Nederland bellen, met uitzicht op de Rioja streek Ons hotel in Laguardia

De route leidt ons door afwisselende landschappen en eindigt uiteindelijk midden in het gebied van de Rioja-wijn. Overal waar we kijken zien we wijngaarden en bodegas. Op het eindpunt in Nájera treffen we twee Nederlandse motorrijders, die vanochtend met de autoslaaptrein in Biarritz zijn gearriveerd en morgen dezelfde route willen rijden als wij. De stad Nájera spreekt ons niet echt aan en we rijden terug naar Laguardia. Daar nemen we een kamer in een tot hotel verbouwde bodega. Een klein, maar bijzonder sfeervol hotel. Op de kamer staat al een flesje Rioja op ons te wachten. 's Avonds wandelen we door het dorp. We zijn verrast door het mooie vestingstadje met zijn smalle steegjes. Op het plein bij de bron zitten ouderen te kletsen in de avondzon en in het park wandelen ouders met hun kinderen. Het dorp is gebouwd op een heuvel en rond het dorp is het park aangelegd, zodat je al wandelend constant uitzicht hebt over de Rioja streek. Toeristen zie je er amper in deze tijd van het jaar. De Duitsers die we spreken blijken op zakenreis te zijn.



Lunchen doe je in cafe¹s
De volgende dag rijden we weer een mooie en afwisselende route. Eerst een snel stukje om op te schieten. De wijngaarden gaan nu weer over in graanvelden. Dan over een indrukwekkende kale stenige vlakte met hier en daar wat struiken. We ontmoeten de Nederlandse motorrijders weer en praten even bij. We vervolgen onze weg langs de Ebro rivier. Boven ons cirkelen gieren. Tegen de tijd dat we de motoren geparkeerd hebben en de camera uit de topkoffer gehaald hebben zijn ze al weg en kijken ze hoog vanaf een rots op ons neer. We wachten nog een tijdje met de camera in aanslag, maar tegen het geduld van deze vogels kunnen wij niet op.



Ooievaars op kerk Op weg naar de Picos

Het laatste deel van de route, vanaf Aguilar de Campoo, maakt op ons de meeste indruk. Een voor dit gebied ongewoon weids landschap met daarachter in de verte de Picos. Het doet ons even denken aan Canada. Daarna gaan we de Puerto de Piedrasluengas over. Het uitzicht vanaf deze pas is schitterend. Tegen deze achtergrond worden close-up foto's gemaakt van de Varadero. Maar, zoals zo vaak, laat dit panorama zich niet in een foto vangen.

De route eindigt in het dorp Potes. Potes ligt aan de oostkant van de Picos en is een populaire uitvalsbasis voor toeristen die de Picos willen verkennen. De andere populaire uitvalsbasis is het dorp Cangas de Onis aan de westkant van de Picos. We willen een dag of vijf in Potes blijven en nemen onze intrek in het hotel Valdecoro. Zoals de meeste hotels in deze vakantie, een niet al te groot familiehotel met twee sterren.

Zoals gezegd, de Picos is een relatief klein gebied. Er lopen geen verharde wegen dwars doorheen. Wel onverharde pistes, maar daarvoor zijn onze motoren niet echt geschikt (Varadero en TRX). Op het internet hadden we in een reisverhaal van enkele fietsers iets gelezen over een jeeptocht. Dat lijkt ons ook wel wat. Als we 's avonds het dorp in wandelen om te gaan eten komen we langs het kantoortje van Aventure Europicos (http://www.europicos.com). Gelukkig is er binnen één man die een beetje Engels spreekt. Wij willen overmorgen mee, maar volgens hem is het weer dan te slecht. Morgen is het weer nog goed en heeft hij plek voor ons. We geloven hem maar.

Met de Jeep door de Picos

Vrijdag: Om 9.00 uur vertrekken we met de jeep. De chauffeur spreekt geen woord Engels. Een van de drie andere passagiers een klein beetje. Ons Spaans gaat niet verder dan enkele woorden en zinnen. We laten de verhalen in de auto dan ook maar langs ons heen glijden. Af en toe snappen we een beetje waar het over gaat. Bij Fuente Dé duiken we aan de achterkant van een camping de onverharde pistes op. Onze gedachten dwalen af naar de offroad-trip vorig jaar in Andorra, we missen nu toch wel een beetje de motoren.
Verwachtingsvol kijken we uit naar de "Mar de nubes" (wolkenzee), maar we zien het alleen in de verte. "Mar de Nubes" is een deken van laaghangende wolken in de bergen, waar de bergtoppen als eilandjes bovenuit steken. Ons reisgidsje staat vol met dergelijke mooie foto's, evenals de folder van deze jeepsafari, maar dit verschijnsel treedt uiteraard niet dagelijks op. Rond 11.00 worden we afgezet aan de zuidkant van de Cares-kloof. Vanaf hier gaan we wandelend naar de noordkant van de kloof, waar de jeep ons over vier uur weer zal oppikken.

Met de jeep door de Picos
De 12 kilometer lange Careskloof, en dan met name het smalle gedeelte in het zuiden, is een van de populairste wandelroutes in de Picos. Het pad is in de jaren veertig aangelegd door een electriciteitsmaatschappij, voor de bouw en onderhoud van een waterkanaal. Het is een gemakkelijke wandelroute, met weinig hoogteverschillen. In augustus, als de Spanjaarden zelf vakantie hebben, is het er ontzettend druk en staan er langs de route frisdrank verkopers, maar nu niet.

Het is vandaag uitstekend wandelweer, bewolkt en niet al te warm. We ontmoeten een Nederlands stel die de eigen auto aan de zuidkant geparkeerd hebben. Zij lopen de route heen en terug, dat is totaal 24 km. We bedenken dat die jeeptocht zo gek nog niet is. Keurig volgens planning zijn we op het eindpunt en worden nu opgepikt door de chauffeur die een beetje Engels spreekt. Vonden we het ochtenlijk deel van de jeeprit een beetje tegenvallen, nu wordt dat helemaal goedgemaakt. De rit en de omgeving zijn zeer indrukwekkend, zelfs al zijn de bergen door het inmiddels miezerige weer in mist gehuld. We rijden over de Vega de la Torre langs kuddes paarden, koeien en schapen. De chauffeur wisselt een paar woorden met een herder die omringd wordt door grote witte honden (Mastins). Een mooi gezicht, de camera hebben we uiteraard weer niet paraat. Rond zes uur zijn we terug in het hotel en kijken terug op een mooie en indrukwekkende dag.

Van de Picos naar Santiago

Zaterdag: De weersverwachtingen voor de komende dagen zijn slecht. We besluiten verder te trekken naar het westen naar Santiago de Compostella en op de terugweg opnieuw langs de Picos te gaan.

Op de Puerto de San Glorio moeten we voorzichtig rijden, niet alleen vanwege de dichte mist, maar ook omdat de weg vol ligt met koeiemest. Blijkbaar is vandaag de dag dat het vee naar de bergen wordt gebracht. Iets zuidelijker klaart het weer op. De omgeving is prachtig en de wegen zijn mooi om te rijden. De euforie eindigt als we rond vier uur in Villablino in een onweersbui voor een hek staan dat de weg naar het zuiden naar Ponferrada afsluit. Een plaatselijke bewoner gebaart dat we er absoluut niet langs kunnen met de motoren.

We pakken de kaart en zien tot ons ongeloof dat er amper alternatieven zijn. Helemaal terug en dan over Leon hebben we geen zin in. Dan maar noordwaarts naar Cangas del Narcea. Ook geen gelukkige keuze blijkt. Grote delen van de AS213 zijn onverhard wegens wegwerkzaamheden. In de eerste versnelling glijden en glibberen we over de doorweekte kleigrond naar beneden. We laten een auto voorgaan, omdat we met het oog de diepte van de waterplassen niet kunnen inschatten. Het begint opnieuw te regenen en het wordt steeds mistiger. Pas in Espima vinden we een hotel. Het maakt een mistroostige indruk, net als het dorp zelf, maar de kamers zijn netjes en de mensen vriendelijk. Eerst maar eens de motorkoffers onder de douche. We waren al blij dat de hoteleigenaar niet aanbood ze naar de kamer te brengen. Na het douchen informeren we of we er kunnen eten. Het is eten wat de pot schaft, dus laten we ons verrassen : soep, salade, ouderwets klaargemaakte ribbetjes met risotto, en flan na. Het smaakt heerlijk. Bijna de hele vakantie eten we dagmenu's en dat bevalt uitstekend. Voor ongeveer 25 gulden krijg je een drie-gangen menu, inclusief brood en een fles wijn . De keuken in dit deel van Spanje is goed, maar eenvoudig en wars van alle franjes. Verrassend vonden we het nagerecht "Gemengd fruit". Een bord, een mesje en een fruitschaal waaruit je enkele stuks locaal fruit kunt kiezen. Of wat dacht je van een magnum geserveerd op een bordje.
Uitzicht over de stad vanuit het park
Zondag 10 juni: Omdat het nog steeds mistig is in de bergen, besluiten we via de kustweg westwaarts te rijden. Nu pas valt ons op hoe verschrikkelijk smerig de motoren zijn. Ze zitten onder de mest en de leem. We bedenken dat die combinatie vroeger gebruikt werd om er hutjes van te bouwen. Bij de eerste de beste gelegenheid toch maar de hogedrukspuit erop. De kustweg N634 valt ons tegen en de dorpjes eigenlijk ook. Niks romantische kustweg. Het is een belangrijke verkeersader die dwars door de dorpen dendert. Achter Ribadeo verlaten we de kust weer en gaan via Villalba naar Santiago. Uitzicht vanuit onze kamer

In Santiago schijnt de zon weer. We willen in het centrum in een voormalig klooster overnachten. In de wirwar van eenrichtingsverkeer kost het ons een uur om het te vinden. Het is er verdacht rustig. De vriendelijke receptionist legt uit dat het dit jaar wegens renovatie dicht zit. Wat een baan, de hele dag in een leeg hotel wachten op toeristen, om vervolgens uit te leggen dat het dicht zit. Onze stemming wordt er ondertussen niet beter op. Eigenlijk zijn we ook gewoon moe. Moe van het gezoek en gedraai in de stad en ook een beetje moe van de vele kilometers. We zijn nu een week onderweg en hebben al 2800 km over voornamelijk kleine wegen gereden. Dan bedenk ik dat ik om de hoek een leuk hotelletje met een patio-tuin heb gezien. Ze hebben nog een kamer met balkon vrij, met uitzicht op het klooster. Heel mooi. Wel jammer dat het maar één nacht vrij is. De rest van de middag en de avond slenteren we door de oude stad.
Op een van de vele pleinen zien we een jongeman lopen, een beetje doelloos om zich heen kijkend. Zo te zien een pelgrim uit noord-europa die met de fiets gearriveerd is. Wij vinden dit een prachtige stad, maar voor menig pelgrim die maanden onderweg is geweest schijnt de drukte en het toerisme in de stad een domper te zijn.

Kustwegen in Galicië

Mooie kustwegen Van Santiago rijden we naar Ferrol en vandaar gaan we over kleine kustwegen naar Cabo Ortegal. Dit zijn de kustwegen zoals we die ook kennen van Ierland. Smal, bijna geen verkeer en mooie uitzichten. Het uiterste noorden is ruig en er lopen wilde paarden. We bezoeken ook nog even de kapel in San Andres de Teixido. De legende vertelt dat je er bij leven eenmaal geweest moet zijn. Het is er heel toeristisch en wij zijn de enige toeristen.... allemaal willen ze ons prullaria verkopen.
Strand met de Cathedrals


Bij Foz komen we weer op de drukke N634. Ongeveer 24 uur geleden waren we hier ook. Bij Rinlo (ten westen van Ribadeo) bezoeken we het strand met de Cathedrals. Dat zijn uithollingen in de rotsen waar je bij eb onder door kunt lopen. De volgende dag duiken we van hieruit het glooiende Navia-dal in. Ruim 60 km. strakke bochten en bijna geen verkeer. Daarna gaat verder over de AS14 en de AS15. De hele dag rijden we over prachtige wegen. Tegen het eind van de dag gaan we over de doorgaande weg (alweer de N634) naar Cangas de Onis. We zijn terug in de Picos en de zon schijnt.

Terug in de Picos

Woensdag: We zitten nu aan de westkant van de Picos. Hier willen we een andere zeer populaire wandeling doen. Namelijk die bij de hoog in de bergen gelegen gletsermeertjes Lago de Enol en Lago de la Ercina. Eerst nadat we de motoren geparkeerd hebben, realiseren we ons dat we op 2 meter afstand langs het eerste meer zijn gereden en het niet gezien hebben. Zo dik is de mist. Net als andere wandelaars gaan we koffie drinken, in de hoop dat ondertussen de mist optrekt. Soms gaat dat hier heel snel. De manier waarop men in Asturie cider schenkt Even lijkt het erop, maar het zet niet door. We lopen nog een beetje rond en rijden dan weer naar beneden. De hele week is er feest in het dorp ter gelegenheid van heilige Anthonius. Vandaag zijn in klederdracht gestoken groepen uit omliggende dorpen aanwezig. Er wordt gespeeld op de Gaita (doedelzak) en de appelcider vloeit rijkelijk.

Donderdag: Volgens de lokale TV zijn de weersverwachtingen voor deze kant van de Picos slecht en voor de oostkant goed. Dus pakken we ons boeltje weer in. Als we na het ontbijt buiten komen is de lucht strak blauw. Wat te doen?

De weg naar de meertjes


We rijden eerst weer naar boven naar de meren. Het is er prachtig en we wandelen er wat rond. Als we tegen twaalven weggaan komen de wolken vanaf zee binnen drijven. We rijden langs de zuidkant naar Potes. We hebben de hele dag prachtig weer en zien de Picos zoals we het kennen van de foto's. We stoppen dan ook -tig keer om van de uitzichten te genieten en foto's te maken.

Smalle kloof Naar de zuidkant van de Cares-kloof Tijd voor pauze

In Potes zit hotel Valdecoro vol in verband met een wielerronde. We nemen de hostal er tegenover. De eigenaar blijkt de Engelse sprekende chauffeur van de jeeprit te zijn. 's Avonds hangen we een beetje voor de TV. Het is niet te geloven : Big Brother (hier heet het Gran Hermano), Weekend miljonair en andere bekende kwissen waarvan we de naam niet weten. Zelfs de presentatoren lijken wel gekloond te zijn van hun Nederlandse collega's.

Vrijdag: 's Ochtends rommelen we een beetje aan. Daarna gaan we naar de kabelbaan in Fuente Dé. Deze kabelbaan brengt ons in 3 minuten 800 meter omhoog. De uitzichten boven zijn prachtig, in no-time is weer een half filmpje volgeschoten.

Uitzicht vanaf boven

Onder ons zien we de vallei met kuddes waar we vorige week met de jeep reden. Terug beneden is de stemming op het terras opperbest. Een Spaans zangkoor is een dagje uit. We raken er aan de praat met een Engelse motorrijder met hoogtevrees. Hij wacht op zijn vrienden die met de kabelbaan naar boven zijn. Maar of dit veiliger is, is nog maar de vraag. Een windvlaag doet een parasol met een harde klap op zijn hoofd belanden. De volgende keer toch maar met de kabelbaan. We hebben hier al veel Engelse motorrijders gezien. Onze gesprekspartner vertelt dat de meesten de boot van Plymouth naar Santander nemen, een overtocht van ongeveer 24 uur. Zelf gaat hij via land terug, omdat zijn vrouw op de boot vreselijk zeeziek is geweest. Dat betekent wel even drie dagen doorrijden.

Dagje naar het strand

Op weg naar Comillas
Zaterdag: via de Hermida en allerlei kleine wegen rijden we naar Comillas. Op een gegeven moment hebben we uitzicht op de Picos en 500 meter verderop kijken we uit op de oceaan. In Comillas bezoeken we een bouwwerk van Gaudi. Mooi vinden we ook de bar ernaast, die is nog helemaal in oude stijl, compleet met reclame op tegel-tableau's. We rijden door naar Santillana del Mar. Het is bekend om z'n oude centrum, maar het doet erg museum-achtig aan en alle winkeltjes lijken hetzelfde te verkopen. We gaan terug naar Comillas en gaan daar lekker aan het strand zitten.


De foto

DE foto

Zondag: Vandaag verlaten we de Picos. We komen zeker nog eens terug. Er is nog één ding dat ik wil. We hebben thuis een motorreisboek met daarin een foto uit deze omgeving. Die foto vond ik zo indrukkend dat ik die zelf ook wil. We hebben een kopie meegenomen en laten het de hoteleigenaar zien. Hij herkent het plaatje, het is gemaakt op de S224. We maken er exact dezelfde foto, ook al is de werkelijkheid veel minder spectaculair dan de foto doet vermoeden, maar wie weet dat nou, behalve wij.


Baskenland

Vanaf hier gebruiken we weer het routeboek van En-Route. Op het eerste deel zijn de wegen erg slecht en kost het moeite om alle gaten te ontwijken. De Varadero mag dan ook voorop. Boven de bergen, ten noorden van het stuwmeer Embalse de Ebro, zien we een gitzwarte lucht, terwijl we zelf in de zon rijden. We laten de bergen links liggen en volgen de C6318 richting Bilbao. De kaart doet vermoeden dat het een saaie rechte weg is, maar het tegendeel is het geval. Onderweg zien we veel armoedige huizen. We zien een jonge vrouw hangend tegen de deurpost, de koemest hoog opgestapeld voor de eigen voordeur, en je ziet haar denken "wat doe ik in dit gat". En onafhankelijk van elkaar is onze eerste gedachte "het ligt er ook wel een beetje aan wat je er zelf van maakt, wie stapelt nou de mest voor de eigen deur, in plaats van bloempotten". Veel mensen versieren hun huizen rijkelijk met bloemen.

We nemen een kamer in Villasana de Mena. De rest van de middag brengen we lezend door op het balkon, af en toe kijkend naar de roofvogels achter het hotel. Tegen de avond lopen we het dorp in. Er is kermis. De Churros-kraam staat er ook weer en heeft een nieuwtje : verse Belgische wafels, in een plastic zakje, geproduceerd in Barcelona en op te warmen in de magnetron. Doe ons toch maar Churros. We lopen verder over de kermis. Af en toe bekruipt ons het gevoel dat wij hier de bezienswaardigheid zijn. Niet zo verwonderlijk, we zitten buiten het vakantie-seizoen in een niet-toeristisch gebied. Likeitio De volgende ochtend gaan we verder naar Baskenland. In Markina verlaten we het routeboek van EnRoute en gaan naar de kust. In Ondarroa rijden we door smalle straten met links en rechts donkere flats die volhangen met wasgoed en spandoeken van de ETA. Via een prachtige kustweg rijden we naar Lekeitio. Twaalf kilometer verder en een totaal andere beeld. Een stad met mooie huizen in warme kleuren, voorzien van glazen balkons. In Gautequiz Arteaga nemen we een B&B. Er zitten Engelsen en Amerikanen. Kunnen we ons weer eens normaal verstaanbaar maken en een praatje maken met anderen. Deze B&B is niet goedkoper dan een hotel, maar het sfeertje is bijzonder. Het oude huis is helemaal opnieuw opgebouwd met spoorweg-bielsen.

Guggenheim museum

Dinsdag: Het ontbijt, met vers vruchtensap en warme croissants, wordt geserveerd op de veranda. Vandaag willen we naar het Guggenheimmuseum in Bilbao. Onze "landlady" geeft ons een plattegrond mee en legt uit hoe we er moeten komen, hoewel we er volgens haar beter aan zouden doen om met de bus te gaan. We besluiten op een motor te gaan, dan raken we elkaar niet kwijt in de stad, en de achteropzitter kan de kaart lezen. Het Guggenheim is een wereldberoemd museum voor de hedendaagse kunst. Het gebouw zelf vinden we mooi, de inhoud minder. Het mooist vinden we de tijdelijke tentoonstelling van Armani-kleding en de kunst gemaakt door kinderen. We zullen wel voor altijd cultuur-barbaren blijven. Desalniettemin vinden we het toch indrukkend. We willen ook nog de oude binnenstad bekijken, maar het is zo heet in de motorkleding dat we de stad na een half uur draaien en zoeken maar snel weer verlaten en naar de kust gaan. We lunchen onderweg in een café. De lunch bestaat uit oude kaas met stokbrood. De eigenaar, die een beetje Duits spreekt, vertelt dat hij de oude kaas zelf maakt. Twee jaar laten drogen aan de lucht en dan nog een jaar in de olijfolie.

Langzaamaan komt er een eind aan onze vakantie. Omdat we nog een paar dagen over hebben besluiten we via Andorra (hotel v/d Wal) terug te rijden. Die 400 kilometer extra door de Spaanse Pyreneeën maakt ook niet meer uit op het totaal van 7000, bovendien zijn het mooie kilometers.

Tot slot

Het viel ons op dat veel campings in juni nog dicht zaten, dat geldt niet voor de Picos (Potes en Cangas de Onis) en de stranden in Baskenland. De streek ten westen van het Navia-dal hebben we nu wel gezien en doen we de volgende keer niet meer (recentelijk gelezen dat 60 km. van ons huis een kudde met 300 wilde paarden loopt, de enige in Europa...). Santiago is een mooie stad, jammer dat het zo ver weg ligt. De zuidelijke route-variant naar Santigo over Ponferrada/Barco moesten we nu laten liggen, maar willen we zeker nog eens doen. Baskenland en zijn stranden vonden we erg mooi en de mensen vriendelijk.

Aanvulling 2004 van Monique :

Verder zijn wij nog naar Muros geweest in de buurt van Santiago de Compostella (uiteraard ook in SdC geweest) aan de kust, daar kun je ook mooi langs de kust en door de binnenlanden rijden naar Noia, Ribeira, Boira en A Serra de Outes.

Hotels

Klik hier voor een overzicht van de hotels die we hebben gehad en de prijzen die we betaalden.