De Sierra's in Midden-Spanje 2006

Onze eerste kennismaking met Spanje was in 1997 tijdens een georganiseerde motorvakantie van 17 dagen door Spanje/Portugal. Toen reden we vanuit Portugal via de Extremadura naar Madrid. Helaas was het weer in de Extremadura ronduit slecht en tot onze spijt lieten we de historische stad Toledo links liggen. Reisverhalen in motorbladen en op het internet versterkten het gevoel dat we nog eens met de motor terug moesten naar Midden-Spanje.

Dit jaar is het dan zover. Er moet nog wel even nagedacht worden over wat we nou exact willen...het land is groot....eind mei kan het al best warm zijn...en er is heel veel te zien, maar met 30 graden in het leer en met volle koffers aan de motor is het geen pretje om de toerist uit te hangen. We besluiten toch vooral voor het rijden te gaan. Zoveel mogelijk door de Sierra’s. En links en rechts bezienswaardigheden meepikken zoals het uitkomt, zonder de illusie te hebben alles te kunnen of te moeten zien.


Heenreis en terugreis:

De heenreis doen we in 3 dagen. Snelweg tot Parijs. Daarna via doorgaande wegen (Bison Futé) door de Loire en de Dordogne naar Frans Baskenland. Voor de terugweg boeken we de Duitse autoslaaptrein.

GPS-bestanden:
GPX Route loire-dordogne-spanje
De aanrijroute is gebaseerd op de route naar de Picos (En-Route). Ook het boekje Motorreisgids Frankrijk-2 hanteert dit globaal als aanrijroute, maar blijft meer op de 675/975. Dit is verwerkt in de gps-file.

GPX Rondreis Spanje
Deze gps-file bevat de rondreis door Spanje. De dag-routes die we gedaan hebben vanuit Plansencia hebben we niet als gps-bestand.

Boeken en kaarten :
In Frankrijk gebruiken we altijd de Michelinkaarten in de schaal 1:200.000. Voor Spanje voldoet 1:400.000. Verder het boek Midden-Spanje uit de Dominicus-reeks. Een prettig te lezen reisboek. De hotelgids "Nice places to stay in Spain/Portugal". De reisverhalen van Sylvia. En nog een reisverhaal uit das Motorrad.

Donderdag 25 mei: richting Parijs (550 km)

Het is Hemelvaartsdag. Eigenlijk zouden we pas morgen vertrekken, maar we zijn klaar. Alles is opgepakt. Waarom nog langer wachten? Om half-een vertrekken we en rijden met een brede grijns langs de file-naar-Ikea. Vandaag gewoon snelweg naar Parijs. Boven Parijs verlaten we de snelweg. Richting Senlis staan veel reclameborden van hotels. Lijkt ons een goede plek om te overnachten.

Vrijdag 26 mei: via de Loire naar de Dordogne (532 km)

Na een uitgebreid ontbijt gaan we op pad. Met een grote boog rijden we om Parijs heen. Op een rotonde staan motoragenten. Gerard wordt gemaand te stoppen.."Les Lumieres...non!" klinkt het heel gedecideerd. De extra lampen op de GS moeten uit, het is licht genoeg. Daar blijft het bij. Geen bekeuring.

Deze route naar het zuiden hebben we al eerder gereden. Ook deze keer pauzeren we weer even bij Kasteel Vaux-le-Comte.

Daarna door naar kasteel Chambord. Het kasteel van Chambord is het grootste Loire-kasteel. Met zijn 440 vertrekken en 156 bij 117 meter lijkt het een sprookjeskasteel. Even twijfelen we of we hier een extra overnachting zullen inlasten en hier een beetje gaan wandelen, of vandaag toch maar door naar de Dordogne. We kiezen voor het laatste.

Eigenlijk wilden we vandaag tot hotel La Verperie in Sarlat rijden (een mooi oud stadje midden in de Dordogne), maar het feit dat we nu onze eerste 2 rij-dagen in 1,5 dag zitten te proppen begint ons een beetje op te breken. We nemen de 147 naar Limoges en vandaar de 704, maar Sarlat halen we vandaag niet meer. Het begint te regenen en we zijn moe. In St. Vereaux pakken we een hotel.


Zaterdag 27 mei: naar de Pyreneeen (435 km)

Eerst weer lekker uitgebreid ontbijten. We passen onze oorspronkelijk geplande route voor vandaag aan. Iets verder naar het westen, iets meer doorgaande wegen, want we willen vandaag bij de Spaanse grens uitkomen en hebben nog heel wat kilometers te gaan. Via de 704 gaan we verder zuidwaarts. Mooie rijweg. Daarna langs de Vezere naar Les Eyzies. We rijden nu door een prachtige omgeving. Verder gaan we via Le Bugue. Even later komen we over de brug waar de Vezere en de Dordogne samenkomen. Verder gaat het naar Bergerac en de 933 naar Marmande. Nog steeds een mooie rijweg, maar wel een heel andere omgeving nu. Een en al wijngebied.


Bison-Fute
We rijden voor een groot deel over de zogeheten Bison Futé routes (meer toeval dan keuze). Het zijn de alternatieve routes voor wie geen snelweg wil. De routes zijn te herkennen aan de groene bordjes met de aanduiding "Bis".



Na de lunch in Casteljaloux wordt het plots veel warmer. We rijden nu kilometers rechte weg door de bossen. Heel apart, het lijkt wel of we in Zweden zijn beland. Het hotel dat we op het oog hadden in Osses is vol vanwege een bruiloft (jammer, want we zagen onszelf al zitten in de mooie tuin). In St. Pied Le Port nemen we in het centrum hetzelfde hotel als een paar jaar geleden. Nog steeds dezelfde grote houten trap. En nog steeds hetzelfde behang. Het heeft wel wat.

Zondag 28 mei : Sierra de la Demanda (357 km)

Via Vallee des Aldudes gaan we Spanje in. Met een grote boog draaien we links om Pamplona heen. Het is een bergachtig gebied en we worden gelijk al getrakteerd op bochtige wegen met superstrak asfalt. De laatste jaren zijn, met financiële hulp van de EEG, enorm veel wegen vernieuwd. Dus daar moeten we maar flink gebruik van maken. Op de NA2520 stopt de euforie bij het laatste dorp voor de pashoogte, en krijgt zijn vervolg weer na het eerste dorp aan de andere kant van de pas. Blijkbaar vond men het niet nodig het stuk tussen deze twee dorpen te vernieuwen.
In grote lijnen volgen we nu dezelfde route als enkele jaren geleden naar de Picos. Destijds hebben we overnacht in het mooie vestingstadje Laguardia, maar het is nu nog vroeg in de middag en we besluiten verder te trekken. In Huercanos stoppen we bij een bar om wat te eten en te drinken. We zijn nu uit de bergen en zitten midden in het bekende wijngebied Rioja. Kortom, het is warm. Zeer warm zelfs. Ik begin me af te vragen of dit nu wel zo'n goed plan is en of we niet beter naar de Picos kunnen gaan. Maar even later laten we de hitte van Rioja achter ons en rijden heerlijk door de Sierra de la Demanda. Ook hier weer superstrak asfalt...tot zover men gekomen is. Aan de rest wordt nog gewerkt.

Diep in de Sierra krijgen we twee korte buien. Bij de eerste schuilen we. Bij de tweede proberen we door te rijden, maar de druppels zijn zo dik dat het regenpak echt wel aan moet. Twee kilometer verder rijden we alweer in de zon. Volgens de kaart eindigt de weg in Contreras. Volgens de GPS loopt de weg door tot Santo Domingo de Silos, ons einddoel voor vandaag. Aan het eind van het dorp vinden we de weg. Het is een grintweg van 8 km. Mijn TRX is er niet voor gemaakt, maar de grintweg ziet er redelijk en droog uit. Dus door. Onder de verbaasde blikken van enkele dorpsbewoners. Halverwege komt ons een quad tegemoet. Met de nodige show passeert hij ons volgas. Allemachtig wat een stof. En onze pakken zijn nog nat van de bui ...dat wordt schoonmaken voor we ons in het hotel kunnen vertonen (hierna hebben we de regenpakken de hele vakantie niet meer nodig gehad). We krijgen een kamer in het nieuwe gedeelte van het hotel. Erg mooi. Tegenover het hotel zit een klooster. De monniken zijn bekend om hun Gregoriaanse gezangen. Ze schijnen daarmee ooit al eens de top-zoveel gehaald te hebben. Er zijn dagelijkse meerdere diensten. We zijn nog net op tijd voor de vesperdienst. Er is een bisschop en er komt veel ingetogen ceremonieel bij kijken. Alles in het Spaans en Gregoriaans, dus snappen doen we het niet, maar het is wel indrukwekkend. Daarna nog wat wandelen door het dorp en op het terras wachten tot het negen uur is, want eerder gaat de keuken in Spanje niet open.

Maandag 29 mei : Parque Natural Cañon del Rio Lobos en Sierra de Guadarrama (250 km)

Het ontbijt is Spaans : jus d'orange, koffie, paar stukjes geroosterd stokbrood en jam. Als we het dorp uitrijden via de normale verharde weg, rijden we gelijk al door een prachtig stukje natuur. Daarna de N234, een grotere weg, maar nog steeds een mooie omgeving. Bij San Leonardo gaan we rechtsaf het park in waar Meine in zijn verslag zo enthousiast over was. Inderdaad een heel mooi gebied. Al snel een eerste stop om foto's te maken en een beetje rond te kijken. Voor Ucero rijden we het doodlopende dal in, richting het monasterio. Mooie rotspartijen. En de eerste gieren in deze vakantie. Maar niet de blauwe eksters waarover Sylvia en Meine schreven.

Vanaf hier willen we naar de Sierra de Guadarrama. Nemen we de N110 of kleine binnendoorwegen? We houden het simpel. We gaan over de N110 door een glooiend landschap. In de berm staan klaprozen....tientallen kilometers lang. Eigenlijk best mooi zo. Het is niet druk en het rijdt gewoon lekker door. Ter hoogte van Pedrazza verlaten we de N110 en duiken de Sierra de Guadarrama in. Ik zie een paard met veulen.... wat lief...maar euh...waar is de omheining? Oeps, opletten dus. Enkele bochten verder staat een koe naast de weg. Aan de andere kant van de pas pauzeren we bij een uitzicht op een stuwmeer. Een van de vele stuwmeren in Midden-Spanje. De M604 is voorzien van nieuw asfalt. Dus swingend gaat het naar Navacerrada, waar we een kamer nemen. Helaas pindakaas, het zwembad bij het hotel is nog dicht.

Dinsdag 30 mei : Sierra de Gredos (305 km)

Vanaf het hotel is het gelijk alweer bochten rijden. Achter San Lorenzo hebben we een mooi uitzicht op het paleis El Escorial. Achteraf lees ik op het internet dat koning Philip II vanaf dit punt de voortgang van de bouw in de gaten hield. Toen het paleis klaar was kreeg hij 1200 sleutels overhandigd ...om je maar even een idee te geven. Vanaf San Martin rijden we richting Tiemblo. Net voor Tiemblo gaan we linksaf naar de Toros de Guisando. Deze uit graniet gehouwen stieren stammen uit de 4e eeuw voor Chr.

Dan terug naar de N403 en linksaf de AV902. Vanaf beide wegen prachtige uitzichten op een stuwmeer. Na Burghondo lijkt de bewoonde wereld op te houden en gaan we echt de bergen in. We komen een groepje motorrijders tegen die we ook al zagen bij de granieten stieren. We rijden door een prachtig berggebied, maar ondertussen ben ik niet gerust op de benzinevoorraad. Eenmaal op de N502 rijden we naar de dichtsbijzijnde plaats om te tanken. Het blijkt wel mee te vallen. De TRX haalt vandaag 1:22! We slaan gelijk wat drinken en broodjes in en zoeken richting Arenas een mooi picknickplaatsje. We blijven de 501 volgen tot Plasencia. Bochten en nog eens bochten. In mijn herinnering was de 501 een lange rechte weg, maar dat geldt alleen voor het deel ten oosten van Arenas, en precies dat stuk hebben we nu omzeild.

In Plasencia gaan we naar camping La Chopera. Het zwembad is al open en het is prachtig aangelegd. Er is nog een huisje vrij. We bespreken in eerste instantie voor 3 nachten, maar het bevalt er ons zo goed dat het 5 nachten worden.
Dinsdags is er markt in Plasencia. Dat schijnt echt een bezoek waard te zijn, maar we zijn het een beetje vergeten. Het schiet ons pas te binnen als we al aan het zwembad liggen...andere keer dan maar...

Hier op de camping zien we voor het eerst de blauwe ekster. Precies zoals Sylvia beschreven had...niet echt blauw, maar een beetje lila.

's Avonds willen we eten in het restaurant op de camping. Geen probleem, zegt de man achter de bar, de eetzaal gaat om 21.00 uur open. Iets na negen gaan we het restaurant in. Het licht gaat voor ons aan. We zijn de eerste en de enige eters deze avond...hmmm...morgen toch maar zelf koken? Het is een mooie eetzaal. Alles wat er hangt of staat heeft te maken met stieren en stierenvechten.

Woensdag 31 mei : rit door de 3 valleien

Eerst gaan we de weg terug zoals we gisteren gekomen zijn (Valle de la Vera). Maar nu zonder bagage! We bezoeken het Monasteria de Yuste, waar Karel V in de 16-de eeuw zijn laatste jaren doorbracht. Het ticket-hokje is dicht. Een beheerder geeft ons een engelse beschrijving en gebaart dat we zonder betalen naar binnen kunnen en zelf vrij mogen rond wandelen. Met de achtergrondinformatie erbij een interressante bezichtiging. Een deel van het klooster is nog steeds als zodanig in gebruik en kan niet bezichtigd worden.
Daarna binnendoor naar Valle de Jerte. Deze vallei is bekend om de kersen. En inderdaad waar we kijken, overal kersenbomen. Er wordt volop geplukt.

Vanuit deze vallei gaan we links naar Hervas, naar de derde vallei. Een bord geeft aan dat de pas Honduras dicht zit. We nemen de gok. Het is een mooie pas en we kunnen gewoon door. In Hervas slenteren we door de oude Joodse wijk. Lunchen bij een bar.
Terug thuis lazen we in een motorblad nog iets over een motormuseum in Hervas : http://www.museomotoclasica.com/
Dan een stukje richting Plasencia en weer door de bergen terug naar Valle de Jerte. Deze weg is op de kaart rood gemarkeerd, hetgeen "slecht of gevaarlijk" betekent, maar het is allemaal vernieuwd. Wederom een mooie rijweg dus.

Donderdag 1 juni : Parque Natural De Monfragüe

Dit natuurpark ligt zo'n 40 km ten zuiden van de camping. Het is vooral bekend bij de vogelliefhebbers. Zeldzame vogels als de monniksgier, keizerarend, rode wouw en de zwarte ooievaar komen hier voor. In het informatiecentrum in Villareal de San Carlos nemen we een folder met wandelsuggesties mee. Eerst maar eens rijdend verder. Heel beroemd is de rots Salto del Gitano. Deze rots aan de Taag zit altijd vol met gieren en andere vogels. We bekijken dit een tijdje vanaf een bankje. Niet dat we vogelkenners zijn, maar boeiend is het wel. Hierna rijden we door naar de ruïne. Ook de toren kan beklommen worden. De beloning is een panoramisch uitzicht over het park.


Intussen zijn we tot de conclusie gekomen dat een wandeling al deze uitzichten niet meer kan overtreffen. Het landschap zelf, of eingelijk de begroeiing, is een beetje eentonig en een wandeling van twee uur dus waarschijnlijk ook. Hier wandelen is meer weggelegd voor de echte vogelkenners die op zoek gaan naar bijzondere vogels. Via de CC911 gaan we terug. Op de kaart niet met groen gemarkeerd, maar toch weer mooi. In een weiland zien we een groepje gieren. Zo te zien hebben ze iets te eten. Helaas net iets te ver weg voor ons om het echt goed te kunnen zien. We steken de nieuwe snelweg over en we zitten weer in de vallei de la Vera, terug naar Plasencia.

Vanaf de N110 is goed te zien hoe de nieuwe woonwijken in Plasencia letterlijk uit de grond worden gestampt, zoals in zoveel steden in Spanje. Plasencia heeft een oud centrum, waarvan de stadsmuren voor een groot deel nog overeind staan. In het midden ligt het Plazo Mayor. Een gezellig plein met veel terrasjes.

Vrijdag 2 juni : Sierra de la Pena de Francia

Toch vandaag maar eens gaan wandelen. Daarvoor gaan we naar het natuurgebied Garganta de los Infiernos achter Jerte. Niks opzienbarends, maar wel lekker gewandeld. Daarna rijden we via Bejar naar de Sierra de la Pena de Francia. Over de SA220...wat een rijweg...deze mag in de Top-10. Ons doel is La Alberca. Een heel oud stadje en heel toeristisch, vooral bij de Spanjaarden zelf.

Via het gebied Les Hurdes gaan we terug naar Plasencia, maar eerst moeten we op El Portillo via tig haarspeldbochten naar beneden. Weliswaar rijden we deze vakantie heel veel bochten, maar de bergen zijn niet extreem hoog en haarspeldbochten hebben we nog weinig gehad. Ze worden aangekondigd met borden met daarop een maximum snelheid van 20 of 30. Tot het stuwmeer bij La Pesga zitten we nog in berggebied met een al bochten. Dan verandert het landschap volledig. Gigantische velden met olijven en het stuwmeer op de achtergrond. Verderop weer de bekende steppes met kurkeiken.



Zaterdag 3 juni : Cáceres / Museum Vostell

Vandaag gaan we de oude binnenstad van Cáceres bezichtigen. Via de N630 gaan het vlot zuidwaarts. Maar voordat we naar Cáceres gaan, maken we eerst even een ommetje langs het museum Wolf Vostell. Ik had daar iets over gelezen in Das Motorrrad. Het museum is gevestigd in een oude wol-wasserij in een natuurgebied. Hier zijn kunsterwerken tentoongesteld van Wolf Vostell en andere flux-kunstenaars. Het is ons een beetje te. Enkele werken van Vostell zelf vinden we wel boeiend, zoals bijvoorbeeld het kunstwerk geinspireerd door de granieten stieren (toros de guisando). Of het kunstwerk buiten, dat in bezit is genomen door de ooievaars. De werken van de anderen vinden we echt niks, en zijn we ook snel klaar mee. Maar bijzonder was het al met al wel. Voor de liefhebbers : http://www.museovostell.org/


We rijden door naar Cáceres. Onderweg zien we zwarte Iberische varkens. Al veel over gelezen, maar we hadden ze nog niet gezien. Op hun hoge poten zien ze er inderdaad eleganter uit dan onze roze varkens. Vlak voor Cáceres staan een stuk of 25 palen, waarop ooievaaars nestelen. Ook in het oude centrum van de stad zitten veel ooievaars. Trouwens, in de hele Extremadura zie je ontzettend veel ooievaars.



En weer terug naar de camping door Parque Natural De Monfragüe


Zondag 4 juni : Sierra de Guadalupe / Toledo (300 km)

Na 5 dagen trekken we verder. Veel zuidelijker willen we niet vanwege de warmte daar. Ons doel voor vandaag is Toledo, via de Sierra de Guadalupe. Omdat we een beetje bijtijds in Toledo willen zijn, doen we eerst 60 km over een N-weg, dan duiken we de Sierra in (EX118). Wat trouwens ook gewoon lekker doorrijdt. Net voor de stad kun je het klooster van Guadalupe heel mooi zien liggen. In de basiliek is de zwarte Madonna te bewonderen. In het klooster zelf is ook veel moois te bekijken, maar dat kan alleen onder begeleiding in groepen. Dat laten we aan ons voorbij gaan. Een stuk verderop kiezen we voor een rood gemarkeerde binnendoor weg. Helaas, deze is niet vernieuwd. Achteraf gezien hadden we beter om kunnen rijden. Het is een vreselijke hobbelweg. Met de TRX betekent dat verstand op nul en wachten tot het over gaat (38 km).


Het hotel dat we op het oog hebben ligt aan de weg waar we de stad binnenkomen. Dat is handig. Het hotel ligt eigenlijk net iets buiten de stad. We moeten weliswaar een stukje lopen naar de stad, maar aan de andere kant scheelt het een boel gezoek en gedraai in de stad zelf. Het is een mooi sfeervol hotel. Onze kamer heeft een terras met uitzicht op Toledo. En op de binnenplaats mogen we de motoren stallen.
De rest van de dag slenteren we door Toledo. Het heeft een heel oud centrum met veel geschiedenis. Omdat het zondag is zijn de musea al om twee uur dicht. Jammer. De oude moskee kan nog wel bezichtigd worden. De prijzen die we voor musea e.d. betalen zijn zo laag (2 euro) dat je eens wat gemakkelijker een museum binnengaat.

Maandag 5 juni : Sierra de Cuenca / Sierra de Albarracin (330 km)


We verlaten Toledo via de zuidelijke rondweg langs de Taag. Dat geeft gelijk weer mooie uitzichten op de oude stad. Het gebied waar we nu doorheen rijden is behoorlijk vlak (La Mancha, het gebied van Don Quichotte). Oneindig veel velden met graan en andere gewassen. Vanuit de verte lijkt het een lapjesdeken met al die verschillende kleuren. Het heeft wel wat, maar op een gegeven moment hebben we het toch wel een beetje gezien en pakken de N400 naar Cuenca. We willen in het oude centrum lunchen, echter wijst de thermometer bij het binnengaan van de stad 35 graden aan. We kijken elkaar eens aan...veel te warm hier...en gaan door. Gelijk achter de stad zitten we in de Sierra de Cuenca. Prachtig rijden en geen last van de warmte. Bij een bar in een dorp gaan we lunchen op het terras. Ook hier geen last van warmte. We moeten gewoon uit die grote steden blijven, dan is het heel goed te doen. De rotsformaties 'La ciudad Encatada' slaan we over, die hebben we in 1997 al uitgebreid bekeken.


Deze Sierra gaat automatisch over in de volgende : Sierra de Albarracin. Een mooi gebergte. Bij de Spanjaarden een geliefd wandelgebied. We nemen een hotel in het dorpje Albarracin. Echt een prachtig oud dorp. Het dorp zelf is zo goed als verkeersvrij. De doorgaande weg gaat via een tunnel onder het dorp door. We moeten de motoren laten staan op de parkeerplaats aan de rand van het dorp. Gelukkig is het hotel nog geen 50 meter verwijderd.



Dinsdag 6 juni : El Maestratgo (471 km)

We vervolgen onze weg door de Sierra de Albarracin. Als we het gebergte uit zijn, zitten we in een keer in een vlakte. Een kaarsrechte weg van 8 km leidt ons naar Teruel. Aan de andere kant van Teruel gaan we de A226 op. Een bord geeft aan dat het 90 km is tot Cantavieja. We rijden door een onherbergzaam gebied met de naam El Maestratgo. Met hier en daar een vallei met een dorpje, als oases in een woestijn. Volgens het boek is Cantavieja een van de mooiste dorpen. Net als in Cuenca zijn hier de huizen op de rand van de rotsen gebouwd. Tot Cantavieja was de weg nieuw. Tussen Cantavieja en Mirambel ligt nog de oude weg... wat een gehobbel...maar er wordt aan gewerkt. Zowel Mirambel als Morella zijn mooie middeleeuwse dorpjes. Vanaf Morella gaat het richting Valderrobes. Hier komen we weer op nieuw asfalt. De bergen rechts van de weg (Puertos de Bescit) zien er uitnodigend uit, maar volgens de kaart loopt er geen verharde weg doorheen.

We zitten nu in een niet al te toeristisch gebied en we besluiten door te rijden tot het tijd wordt een hotel te zoeken. We hebben ons niet echt verdiept in deze omgeving. En de michelin-kaart geeft ook geen uitsluitsel. Heel veel wegen, maar amper wegen met een groene markering. Het wordt een beetje gokken. De C233 blijkt een hele goede gok te zijn. De weg blijft maar kronkelen langs de berg, hoog boven het vlakke land. Vervolgens een stukje snelweg naar het oosten en via de LV3005 gaan we naar Salsona. Op de kaart een gele weg, maar in werkelijkheid ontzettend slecht. Ze zijn net bezig gaten en verzakkingen te vullen, maar in onze ogen geeft dat geen enkele verbetering. We hebben voor vandaag genoeg kilometers gemaakt en nemen een hotel in Salsona. In de verte zien we bergen liggen....de Pyreneeën liggen al op ons te wachten :)

Tot slot:

In totaal hebben we ongeveer 5300 km gereden, waarvan 3500 in Spanje. Het is een mooi land om motor te rijden. En hoewel we vooral voor het motorrijden en de sierra's gingen en menig mooie stad links hebben laten liggen (Salamanca, Avila, Segovia, Merida...), hebben we toch nog veel gezien.
Qua temperatuur was het ook echt lekker. Zo constant rond de 30 graden, en dan niet zo benauwd als in Nederland met 30 graden. Alleen in de steden was het ons af en toe te warm met de motorkleding aan, maar dan zochten we snel weer de bergen op.
Benzine was ook nergens een probleem. En overal konden we met credit-card betalen.
Een volgende variant op deze route hebben we ook al in gedachten : vanaf Sierre de la Pena Francia doorsteken naar het natuurgebied Estrella in Portugal en vandaar naar boven naar de Picos. En dan nog even de Pyreneeen van west naar oost ;)