Verslag Ierlandreis 1998 
In 1998 hebben we meegereden met een georganiseerde motorreis naar
Ierland. Dit land hadden we al meerdere jaren in ons achterhoofd, maar
het weer schrok ons altijd een beetje af, zeker omdat we normaal kamperen.
We houden van motorrijden en van kamperen, maar bij geen van beiden
hebben we behoefte aan nattigheid. In 1997 zijn we met Harry
'Lone Wolf' Meppelink door Spanje
en Portugal gereden (ja ja, ook al georganiseerd). Harry wordt in Nederland
vertegenwoordigd door Stichting
En Route. Op die manier kwamen we in contact met de stichting, in het
begin vooral met de grote drijfveer: Marja Litz. Zij wist ons in de zomer
van '97 al helemaal enthousiast te maken voor 'het grote evenement' van
1998: de Ierlandreis. Deze tocht is uitgezet door Anne Huizinga die hieraan
enkele vakanties (!) heeft besteed.
Grootste kenmerk van En Route is dat ze altijd overnachten in hotels
en (in dit geval) Bed en Breakfasts (B&B). Dus geen tentje opzetten
in de regen, maar een opgemaakt bedje op de plaats van bestemming, ook
als je eens laat overkomt! Ja ja, ik weet het, maar 'zeuren over het weer'
is typisch Nederlands, toch? Toen dus de plannen voor de reis eind november
werden gepubliceerd waren we er als de kippen bij om ons in te schrijven.
Donderdag 11 juni was de verzameldag in Oostende. Samen met Paul en
Ellen vertrokken we in de stromende regen vanuit Hengelo om enkele uren
later in een behoorlijk zonnig Oostende aan te komen. Er bleken een groot
aantal bekenden, die we nog kenden van de Spanje en Portugal reis, mee
te rijden! Natuurlijk waren er ook nieuwe gezichten. De hele groep:
Koos Beier |
BMW R80/7 |
Gerard Brughuis |
BMW R1100RT |
Ed van Gijssel |
Kawasaki GPZ900R |
Robbert Haffert |
Honda ST1100 |
Maarten Hogenes |
BMW R75/6 |
Barend van Horssen |
Honda Pan European |
Piet van der Horst |
BMW K1200RS |
Anne Huizinga |
BMW R80RT |
Louise ter Huurne |
Yamaha YZF600 Thundercat |
Cor Kraakman |
Yamaha TDM850 |
Marja Litz |
Honda GT650 Hawk |
Eddy en Gea van Mook |
BMW R1100RS |
Paul Poelmann |
Yamaha TDM850 |
Ellen Rottink |
Yamaha TDM850 |
Gerrit Tijssen |
BMW R1100RS |
Rene van Triest |
Yamaha XJ900F |
Jan de Waard |
Honda Pan European |
Marthi de Waard |
Yamaha Virago |
Henk Wevers |
Harley Davidson FLSTC |
Bert Zonneveld |
BMR R1100GS |
Jan en Rie Zwolsman |
BMW EML K100LT |
Van alles wat dus, wat de motoren betreft. Louise viel met haar Thundercat
wel een beetje uit de toon en ze maakte zich zorgen of deze motor
wel zo geschikt was voor de reis. In de beschrijving die we vooraf ontvingen
werd door Anne al gewaarschuwd voor de slechte toestand van de wegen...
Nadat we de motoren in een parkeergarage hadden gestald en de kelen
hadden gesmeerd met een Belgisch biertje was het tijd voor de maaltijd.
Dit was meteen de slechtste van de vakantie: weinig en verre van lekker.
Na een wandeling langs de boulevard en het innemen van wat 'vloeibare boterhammen'
kropen we op tijd in bed, want de volgende morgen was het om 7 uur appél
vanwege het inschepen op de catamaran.
Hieronder volgt een beschrijving van dag tot dag, met vermelding van
het aantal geplande kilometers. De in werkelijkheid afgelegde afstand
verschilde nogal eens dankzij alternatieve routes, verkeerd rijden en bezoekjes
aan bezienswaardigheden.
Oostende - Swansea: 430 kilometer
Na een slechte nachtrust vanwege het lawaaiige hotel (kom je ooit in Oostende
ga dan niet overnachten in hotel Lido 2000) stond de hele groep
om 7.30 uur in de rij voor de supersnelle oversteek naar Engeland.
Supersnel, maar wel eerst ruim een uur wachten 'vanwege technische
mankementen'. Nadat de motoren goed waren vastgesjord (techniek: op de
zijstandaard en dan met een trekband proberen of de buddy doormidden kan)
op zoek naar een comfortabele stoel. Die had je wel nodig, want het ging
behoorlijk tekeer. Binnen de kortste keren was het op het herentoilet een
behoorlijk zooitje, mede omdat een aantal mensen het niet haalden! Omdat
de dames-WC wegens onderhoud gesloten was vonden Ellen en Louise het verstandig
om de sanitaire stop uit te stellen tot het vasteland. Na de douaneformaliteiten
in Dover volgden we uitgestippelde route, maar die bracht ons binnen enkele
minuten op de M20. Omdat er ook getankt moest worden en er langs de Engelse
motorways niet veel plasgelegenheid is nam ik de eerste beste afslag die
'Services' vermeldde. Die bordjes brachten ons in Folkstone.
Maar
niet alleen ons, want toen ik bij de eerste benzinepomp stopte werd ik
plotseling door 20 man omringd: de hele groep was achter ons aangereden
in de veronderstelling dat ik de route volgde! 'Wat gaan we hier doen?"
was de eerste vraag die werd gesteld. "Wat jullie hier allemaal doen weet
ik niet, maar wij gaan tanken, een plasje doen en onder het genot van een
kopje Engelse koffie onze maag even tot rust laten komen" antwoordde ik
lachend. Daarop verliet de helft van de groep ons, terwijl ze geen idee
hadden waar ze zaten en hoe ze terug moesten komen op de route: ook in
Folkstone hebben ze heel veel éénrichtingswegen.
Over de doorsteek door Engeland is niet veel te vertellen. Omdat we
's avonds om 20.00 uur in Swansea moesten zijn voor de nachtboot hadden
we geen tijd om 'James Herriot' weggetjes te rijden. We hebben gedurende
de ongeveer 450 kilometer naar Wales bijna uitsluitend motorways gevolgd.
Na een kort oponthoud (er waren enkele tickets verwisseld) mocht ik ook
aan boord van de nachtboot naar Cork. Deze boot vaart onder Griekse vlag,
dus je motor wordt onderhanden genomen door stevige Griekse knuisten. Ondanks
hun belofte dat ze goed voor onze stalen rossen zouden zorgen is een aantal
van ons net zolang bij de motoren gebleven tot ze veilig waren vastgesjord.
De techniek was hier duidelijk anders: je haakt een onwijs lange sjorband
aan het dek, haalt hem over de buddy van motor 1, vervolgens onder de motor
door en dan weer over de buddy waarna je hetzelfde doet met motor 2 die
naast motor 1 staat. Daarna haak je het uiteinde van de sjorband aan het
dek, en dan krrr krrr krrr, sjorren maar. Kun je je voorstellen wat er
gebeurd als dat wordt gedaan door een Griekse zeebonk die z'n gedachten
bij z'n liefje heeft? Die kijkt echt niet of de sjorband misschien over
een stuk Japans plastic loopt of langs een fragiel Duits schakelaartje.
Toen ze in de gaten hadden dat de 'toezichthouders' nogal kritisch waren
bleken er plotseling een heleboel oude zwemvesten voorradig die konden
worden gebruikt om de tere delen van de motoren te beschermen.
Cork-Crosshaven: 270 kilometer
Na een behoorlijke nachtrust aan boord van de ferry kwamen we 's morgens
vroeg aan in Ringaskiddy, bij Cork. Ierland verwelkomde ons met wat motregen,
maar het was niet koud.Vanaf de eerste dag vormden zich groepjes die de
hele reis min of meer bij elkaar bleven. Wij begonnen met een groepje dat
zich tijdens de laatste dagen van de Spanje-reis had gevormd: Paul en Ellen,
Barend, Bert en Harley-Henkie. Daar voegden Piet en Maarten zich bij zodat
we met Louise en mijn persoontje op een groep van negen personen uitkwamen.
Gelukkig was er niemand in de groep die rookte anders waren de koffie- en fotostops
nog langer geworden :-)) Gekheid natuurlijk, maar de grootte van de groep
zorgde er wel voor dat we minder snel opschoten en 's avonds meestal als
laatsten incheckten bij het hotel.
De
route leidde ons eerst dwars door Cork, na Dublin de grootste stad van
Ierland. Het centrum van deze plaats ligt tussen twee armen van de rivier
de Lee. Omdat we er aan het eind van de reis weer terug zouden komen zijn we
er vandaag niet naar toe geweest. We hebben
deze eerste dag onze gedachten bij het linksrijden op de smalle Ierse
weggetjes gehouden. Via kleine weggetjes kwamen we aan in Fermoy, een leuk
plaatsje aan de Blackwaterriver.
Vanuit Fermoy reden we langs de de Blackwaterriver naar Lismore, waar
natuurlijk foto's werden gemaakt van Lismore Castle, eigendom van de Engelse
'Royal Family'. Vervolgens reden we via het bekende uitkijkpunt 'The Vee',
waar je een mooi uitzicht hebt over de Knockmealdown Mountains, naar de
rododendron vallei. Deze vallei doet z'n naam eer aan: zover je kunt kijken
schitterende bloemen, doorsneden met fraaie Ierse weggetjes en gelardeerd
met ruine's van boerderijtjes.
Na
een heleboel foto's genomen te hebben vervolgden we de route via de Ring
of Clonmel langs de Comeragh en de Monavullagh Mountains. De meeste mensen
hebben, als ze aan Ierland denken, een vlak land in gedachten maar de toppen
van deze mountains zijn 800 meter hoog!
Via enkele doorgaande wegen kwamen we via Cork in Crosshaven. Dit plaatsje
zul je in veel reisgidsen tegenkomen omdat van hieruit cruises worden
georganiseerd naar de rijke Ierse visgronden: vooral bekend bij Nederlanders.
Helaas bleek men niet voorbereid op onze komst omdat er iets was misgegaan
met de reservering. Dit was te wijten aan een wijziging in de planning. Anne
had de rondrit van vandaag eigenlijk gepland voor de laatste dag, maar de dag
waarop we zouden overvaren van Engeland naar Ierland bleek net de enigste te
zijn waarop de boot niet voer. Daarom werd de begindatum van de reis met
één dag vervroegd en de rondrit naar voren gehaald: hierdoor hoefden
alleen de overnachtingen in Crosshaven maar te worden omgeboekt.
Gelukkig kon er snel een alternatief worden bedacht
maar dit betekende wel dat de groep over meerdere B&B adressen werd
verdeeld. Na een gezamenlijke (en goede!) maaltijd in de plaatselijke pub
'The Schooner' nestelden de meesten zich voor de televisie voor de eerste
WK-wedstrijd van Nederland .
Crosshaven-Bantry: 250 kilometer
Omdat dit één van de mooiste routes beloofde te worden gingen
we vandaag op tijd op pad. We reden toevallig gelijk op met Jan en Rie
met hun BMW met zijspan. Jan en Rie zijn beide ruim in de zestig en klaagden
de vorige dag nogal over de (on)gesteldheid van de Ierse wegen. Anne waarschuwde
hun dat het de komende dagen alleen maar slechter zou worden... Als je
echter een paar kilometer achter zo'n zijspan rijdt snap je wel dat ze
het een stuk moeilijker hebben. Op een solomotor moet je je gedachten er
wel bij houden, maar rij je toch eenvoudig om de gaten heen.
Met een zijspan heb je echter met twee 'sporen' te maken waar je op moet
letten, en Jan moest alle zeilen bijzetten om het Rie niet al te moeilijk
te maken. Zo'n zijspan is knap stug afgeveerd!
Het eerste deel van de route voerde ons opnieuw dwars door Cork waar
we vandaag alweer niet de tijd namen om het attractieve centrum te bezoeken:
doen we op de laatste dag wel.

Na
een tijdje de loop van de rivier de Lee gevolgd te hebben kwamen we over
de eerste bergpas in de Boggeragh Mountains. Natuurlijk ontmoetten we daar
de rest van de groep ook: iedereen moest een foto maken van het golvende
landschap. Daarna gingen we op weg naar Macroon waar we een koffiestop houden.
Macroon is een leuk marktplaatsje in het dal van de rivier de Sullane.
Rond het marktplein vallen de kleurrijke huizen op, een beeld wat we de
rest van de reis veel tegen zijn gekomen. Als een Ier even niet weet wat
hij moet doen gaat hij naar de plaatselijke DoItYourself shop om op
de verfafdeling de aanbieding van de dag te kopen. Met een blokkwast natuurlijk.
Zeiltje op het trottoir, ladder tegen de muur en schilderen maar. In Nederland
krijg je onmiddellijk de welstandscommissie op je dak, samen met de buren:
wij vonden het wel wat hebben.
Voordat we bij een eettentje naar binnen gingen voor koffie en iets
om de honger te stillen viel ons het podium op op het marktplein. Waar
zou dat toch voor zijn? Nou, het was zondag, prachtig weer en tijd voor
de jaarlijkse (?) buitenmis, gevolgd door een processie door het dorp.
Tja, dan maar even wachten, en proberen te voorkomen dat Harley-Henkie
'effe een roffeltje weg zou geven' met z'n FLSTC. Na een uurtje wachten
vervolgden we onze weg door een prachtig landschap via Dunmanway naar Skibbereen.
Daarna naar Ballydehob en Skull. Vanuit Skull kun je Mount Gabriel zien
liggen met daarop twee sterrenwachten. Vervolgens kwamen we op het schiereiland
Mizenhead waar we onder andere de meest zuidwestelijke punt van Ierland
bezochten.
Na
van het uitzicht genoten te hebben namen we de coastroad naar Dunmanus.
Fabelachtig mooi, echt waar. Ik geloof dat we over de ongeveer 20 kilometer
die deze weg lang is wel twee uur hebben gedaan. Ontelbare foto's gemaakt,
genoten van de schitterende uitzichten, je werd er stil van. Je zag andere
groepjes kraaiend van plezier langskomen. Als je reisgidsen over Ierland
openslaat wordt je werkelijk doodgegooid met beschrijvingen van de Ring
of Kerry, de kustweg van het schiereiland Iveragh. Volgens ons komt dat
omdat het een brede weg is waar bussen de ruimte hebben, en die kunnen
nooit op de smalle weggetjes die wij deze dag bezochten. Bovendien is het
op de Ring of Kerry akelig druk, maar op de smalle kronkelige weggetjes
(waar je wel soms de berm in moet áls je een auto tegenkomt) kom
je praktisch niemand tegen en geniet je véél meer. Omdat
we zo lang over dit laatste stuk deden kwamen we later dan gepland aan
bij het volgende B&B: "The Mill" in Bantry.

De avondmaaltijd hebben we genuttigd in de pub "The Snug". Omdat we
daar met de groep wat later aankwamen dan de afspraak was, moesten een
heleboel vaste gasten inschuiven (en die waren daar niet echt blij mee).
Hoewel het 'barfood' van een prima kwaliteit was, viel ons het ongelofelijke
tempo van eten en bedienen op. Ze pakten je nog nét je lepel niet
uit je hand als je het laatste lepeltje soep had doorgeslikt, maar veel
scheelde er niet aan. Terwijl dan de ene serveerster aan de rechterkant
de soepkom weghaalde zette haar collega vanaf de linkerkant de volgende
gang voor je neer. En als je je toetje op had: "Would You please be so
kind... there are hungry people waiting!". Dus maar een wandeling gemaakt
en daarna een pint of Bitter of een SmithWicks bij één van
de andere pubs.
Meestal
komen er rond negen uur een paar plaatselijke muzikanten binnen die voor
een paar glaasjes bier de aanwezigen proberen te vermaken met hun muzikale
gaven. Heel vrolijk, maar wij hadden het na een uurtje meestal wel gehoord:
het lijkt allemaal nogal op elkaar, en het Ierse dialect is niet echt eenvoudig
te volgen!
Rondrit rond Bantry: 205 kilometer
Vandaag een rit zonder bagage: we bleven twee nachten in Bantry. Anne had
voor vandaag twee routes uitgezet: één door het binnenland
en één over het schiereiland Beara, met natuurlijk de mogelijkheid
om ze allebei te rijden. Wij kozen voor Beara. Eerst reden we langs de
Bantrybaai naar Glengariff waar we het schiereiland Beara 'opreden'. We
reden door de Caha Mountains, en over de Healypas. Vlak voordat we aan
de pas begonnen haalden we nog snel even Jan en Rie in met hun zijspan:
we wilden natuurlijk van de bochten genieten. Dat lukte: de Healypas
blijkt over redelijk wegdek te beschikken, biedt fraaie uitzichten en is
heerlijk rustig. Boven gekomen werden natuurlijk de motoren gestald en
de nodige foto's gemaakt. Je hebt hier werkelijk een prachtig uitzicht.
Even later kwamen Jan en Rie ook boven. Jan begon onmiddellijk de achterbanden
van onze motoren te inspecteren. Vreemd, dachten wij. Toen wij informeerden
naar de beweegreden voor deze inspectietocht bleek dat tijdens de inhaalactie
van de groep iemand door een hoop schapekeutels was gereden en Rie een
hele flatsch over zich heen had gekregen. Gelukkig vond Jan geen ongerechtigheden
bij onze motoren! Natuurlijk begreep Rie ook wel dat er geen opzet in het
spel was, maar in de daaropvolgende dagen keken we tijdens eventuele inhaalacties
wel even uit voor 'poep op de weg': er lopen in Ierland duizenden schapen
los! Bijna hadden we trouwens die avond shoarma gegeten: Louise kon een
lammetje dat vrolijk van een berg kwam huppelen maar ternauwernood ontwijken.

Op aanwijzing van Anne hebben we een koffiestop gehouden bij 'Lake
View House'. Je moet er even een eindje voor omrijden over onverharde wegen,
maar het is er gezellig en de uitzichten zijn prachtig. Aan het eind van
de Healypas gaan we linksaf, naar de 'Ring of Beare'.
Schitterend! Prachtige weggetjes met weliswaar heel slecht wegdek, maar
zeer fraaie uitzichten over de Atlantische oceaan. Volop gestopt voor foto's
en tijd genomen om alles in ons op te nemen. Aan de Ring of Beara ligt
ook het dorpje Eyeries, bekend van de vele bonte huizen.
We
lunchten onder de palmen (wist je dat het hier nooit vriest?) onder een
stralende zon. Via Castletownbere en Hungry Hill komen we opnieuw bij de
Healypas om hem voor de tweede keer die dag te rijden (deze keer in een
iets hoger tempo). Als je tegen een Ier verteld dat je Healypas gereden
hebt is het eerste wat hij vraagt "Toch wel van zuid naar noord?!". Inderdaad,
dat wist Anne natuurlijk ook. Het uitzicht is namelijk fenomenaal als je
vanuit het zuiden over de top rijdt, als je hem andersom rijdt mis je echt
heel veel! Via leuke bergweggetjes, die wel wat drukker waren dan de wegen op
Beare, reden we terug naar ons B&B. Het diner was weer uitstekend verzorgd
in "The Snug": sommigen wisten zelfs een tweede portie mossellen te versieren!
Bantry naar Cahersiveen: 150 kilometer
Na het oppaken van de bagage reden we eerst door het Gougane Barra Forest
Park: een slechte weg met opnieuw veel loslopende schapen en alweer prachtige
uitzichten. Daarna reden we Kenmare binnen.
In
de stad hoef je niet meer op te passen voor schapen. Denk je. Loopt er
een hele kudde koeien op de weg die het hele verkeer stillegt! Wel een
leuk dorp trouwens waar je tax-free inkopen kunt doen. Na Kenmare moesten
we eigenlijk richting Ring of Kerry, maar omdat we de motoren de
volgende dag op stal zouden zetten, reden we alvast een stuk van de voor
die dag uitgezette route. We genoten van een helder uitzicht over Ladies
View (mooi meegenomen, want de volgende dag hebben de anderen hier alleen
regen en mist gezien!) en reden daarna door naar Muckross house waar we
een koffiestop hielden. Plotseling waren we Maarten kwijt, maar even later
zagen we z'n hoofd uit één van de ramen van het huis steken:
hij was snel meegeglipt met een rondleiding. Ondertussen genoot de rest
van de groep van een wandeling door de tuinen.

Daarna
zijn we teruggereden naar het begin van de beroemde Gap of Dunloe. Helaas
begon het net voor deze weg te regenen. Maar dit maakte de Gap er niet
minder mooi op. Eigenlijk is deze onverharde weg, voorzien van de nodige
haarspeldbochten, niet echt geschikt voor gemotoriseerd verkeer. Met een
motor gaat nog net, maar probeer het nooit met een auto. Bert beleefde
tijdens een passeermanoeuvre van een tegemoetkomende lokale vrachtwagen
(en dat nog voor de Gap begon) enkele hachelijke momenten toen hij met
z'n GS(!) vast kwam te zitten op een steen die in de berm lag. Op zo'n
moment ben je toch blij dat je samen met anderen rijdt!
De Gap of Dunloe wordt normaal gesproken alleen 'genomen' door wandelaars,
fietsers en de wereldberoemde koetsjes met paarden. Veelal worden die paarden
op het verste punt uitgespannen waarna ze op eigen gelegenheid terugrennen
naar het beginpunt: de diepere zin hierachter is ons volledig ontgaan.
De koetsiers waren overigens niet blij met de Harley in ons gezelschap.
Henk is uiteindelijk op zwaartekracht door de Gap gereden. Na de passage
van Dunloe Castle gingen we linksaf de Ring of Kerry op. Zoals reeds opgemerkt
was deze weg veel minder imposant dan de reisfolders ons wilden doen geloven,
al blijven de vergezichten over de Atlantische oceaan natuurlijk prachtig.
De dag eindigde bij B&B 'Cúl Draíochta', in Cahersiveen.
Voordat we daar naar toe reden begonnen we aan wat zich de komende dagen
tot een ritueel zou ontwikkelen: omdat het af toe regent en je door veel
drek en schapenstront rijdt ziet je motor er niet meer uit. Had ie maar
geen motor moeten worden. Inderdaad, maar je bagage die je wel mee naar
binnen neemt zit ook onder en we hadden na de eerste B&B ontdekt dat
er heel wat achterblijft als je bij je vertrek je koffer van het witte
hoogpolige tapijt optilt. Daarom tankten we dagelijks aan het eind de motoren
af, zetten ze op een rijtje en even de hogedrukspuit op de achterkant,
met name op de bagage. Kun je nog eens een keer terugkomen.
De Skelligeilanden: 0 kilometer
Vandaag hadden we de keuze tussen het rijden van de Iveraghroute en de
Ring of Kerry, of een bezoek brengen aan de Skelligeilanden. Die keuze
hadden we thuis al gemaakt, maar het bezoek aan de eilanden is sterk afhankelijk
van het weer. Gisteren zag het er best redelijk uit maar toch zijn ze toen
niet uitgevaren vanwege de hoge golven. Vandaag zag het er niet best uit:
mist, regen en harde wind. Om 9 uur belde de landlady met de kapitein van
de boot waarmee we eventueel zouden gaan varen. Tot onze verrassing ging
de tocht door! De landlady bracht ons vieren met de auto naar de haven
van Port Magee waar we aan boord van de boot gingen. Zeg maar bootje. We
waren met z'n tienen van de Ierlandgangers aan boord. Verder was er natuurlijk
de kapitein en z'n maatje, en een vriendelijk meisje uit de States dat
onmiddelijk door Piet onder z'n hoede werd genomen. Eenmaal buiten de beschutting
van de haven en het daarvoorliggende eilandje ging het bootje als een wilde
tekeer. We moesten dan ook precies tegen de wind en de golven in. Spectaculair
hoor. Er heerste een uitgelaten stemming aan boord, zeker als de golven
over de kajuit van het bootje sloegen. Allengs werd het echter stiller
gedurende de overtocht die bijna één uur duurde. Ik vreesde
al dat we helemaal niet aan land zouden kunnen gaan vanwege de hoge golven
maar onder de beschutting van het eiland konden we gelukkig toch afmeren.
Voor de meesten van ons net op tijd...
De Skelligs zijn twee eilandjes voor de kust van Iveragh. Eén
van de twee is helemaal natuurgebied en totaal niet toegankelijk. De andere
heeft zoals vermeld een afmeerplaats voor kleine bootjes en is voorzien
van een uitgehouwen trap bestaande uit 600 treden. Boven op de rots bevinden
zich de restanten van een kloosternederzetting uit 600 v. Chr. met kruizen,
bijenkorfcellen, kapelletjes, begraafplaatsen en heilige bronnen. Van daaruit
heb je ook een indrukwekkend uitzicht op de rotskust van Ierland. Als je
tenminste zicht hebt. Wij hadden wel een zicht van 25 meter en zagen dus
he-le-maal niks. Pas vlak voor het afmeren zagen we het eiland opdoemen
en van de top zagen we helemaal niks. Louise en ik hebben zo'n 500 van
de 600 spiegelgladde rotstreden beklommen en toen de pijp aan Maarten gegeven
(terwijl die helemaal niet rookt). Als we trouwens geweten hadden dat we
zo dicht onder de top zaten waren we wel doorgeklommen, maar dat hoorden
we pas later van Paul en Ellen. Ondanks het slechte weer hebben we wel
genoten van de vele Jan van Genten en de hoofdattractie, de Papegaaiduikers.
Deze laatste komen hier in grote aantallen voor en zijn werkelijk een lust
voor het oog.


Nadat we de lunch die we vanuit het B&B hadden meegekregen aan de
aanwezige meeuwen hadden gevoerd (onze magen waren nog niet echt op orde
en we moesten ook nog weer terug) werd het tijd om ons weer naar de aanlegsteiger
te begeven voor het afgesproken rendez-vous met het bootje. Deze meerde
precies op het afgesproken tijdstip af, waarna we via het tweede eiland
(waar we o.a. nog twee zeehonden zagen zwemmen) terugvoeren naar Port Magee.
De terugreis verliep overigens heel goed omdat we de golven en de wind
in de rug hadden. In de plaatselijke pub lieten we ons de koffie en thee
goed smaken, samen met de enorme hoeveelheid koeken die we bij ons hadden.
Iedereen had voldoende proviand ingeslagen omdat er op de eilanden echt
helemaal niets te koop is, maar vanwege de onrustige magen had niemand
echt honger. Terug in de B&B onthaalde de landlady ons met thee en
scones, zoals dat trouwens gebruikelijk is als je in een B&B aankomt.
's Avonds aten we net als de vorige dag in een restaurant in Cahersiveen
waarna we dag besloten met een stevige wandeling naar 'huis'.
Cahersiveen-Tralee: 220 kilometer
Allereerst reden we vandaag over de Ballaghisheen pas. Daar was het weer
net als gisteren: regen en mist, dus weinig te zien. Later klaarde het
op en reden we in de zon langs de vele fuchsiaheggen die je overal in zuidwest
Ierland ziet. Een heel kleurrijk geheel naar het schijnt: helaas ben ik
kleurendoof, vooral in het rode gebied van het spectrum, en alle fuchsiaheggen
zijn prachtig rood volgens Louise en Ellen.

Wat je in deze streken ook nog overal ziet zijn turfvelden waar nog
ambachtelijk turf wordt gestoken. Er schijnt zelfs nog een turfgestookte
electriciteitscentrale te bestaan.
Via Killorgin, Milltown en Castlemain kwamen we aan de noordkant van
Dingle Island terecht. Hier bevinden zich de Slive Mish Mountains. We passeerden
de 500 meter hoge Connorpas. 'Prachtig uitzicht' meldt de routebeschrijving.
Helaas, het regende weer en het was zo mistig dat we elkaar soms uit het
oog verloren. In het vissersplaatsje Dingle hielden we een pauze voor de
lunch, in een visrestaurantje. Barend had zin in zalm, vandaar. Het was
maar goed dat het binnen niet woei anders waren z'n drie flinterdunne filets
zomaar weggewaaid. Duur was het wel, en Barend was niet echt blij. Als
je lekker wilt eten voor niet al te veel geld, hou het dan maar bij een
lekkere maaltijd in een pub!

Na
de lunch maakten we het rondje over Dingle Island af waarbij we zelfs door
een rivierbedding moesten rijden. Na een vluchtig bezoek aan Slea Head
reden we via Anascau en Camp snel door naar Tralee, waar het gelukkig droog
werd. De overnachting was deze keer in een hotel, Brandon Court, waar we
ook aten. Daarna werd een bezoek gebracht aan één (of meer)
pubs in het gezellige dorp. 's Nachts bleek de voordeur van het hotel op
slot te gaan waardoor Ed en Rene er niet meer inkonden. Gelukkig sliep
Louise niet al te vast én vlak boven de voordeur. Wat wel opviel
was dat beide heren de volgende ochtend laat aan het ontbijt verschenen
en erg veel dorst hadden!
Tralee-Lisdoornvarna: 230 kilometer
Vandaag verruilden we het groene Ierland voor de stenen van de Burren.
Na het doorkruisen van de Stack Mountains kwamen we bij een pontje over
de rivier de Shannon. Dit pontje vaart éénmaal per uur en
omdat we ons even verreden hadden in Tarbert zagen we hem nog net wegvaren.
Gelukkig is dichtbij de vertrekplaats een pub en de eigenaar heeft standaard
5 minuten na het vertrek van de pont de koffie klaar "Y're not the first
one, it happens all the time".
Na
het oversteken van de rivier reden we, na een uitgebreide pub-lunch, naar
de kust waar we onder andere de golflinks van Lehinche passeerden. Eigenlijk
was m'n BMW aan z'n 10.000 kilometerbeurt toe, maar we zijn toch maar doorgereden.
Vlak daarna kwamen we bij één van de zeven wereldwonderen:
de Cliffs of Moher. Hoewel we deze uitgebreid bekeken hebben en ze best
wel mooi en indrukwekkend zijn vielen ze mij toch een beetje tegen. Nou
was het weer deze dag heel mooi en stonden er niet veel golven. Ik denk
dat bij een stevige westenwind en metershoge golven je een beter beeld
krijgt van de hoogte. Het schijnt trouwens dat ze het imposantst zijn als
je ze vanaf zee bekijkt: dan vallen pas de lengte en hoogte op.

Na de Cliffs volgden we de kustweg naar Black Head en Ballyvaughan.
Dit is een hele mooie omgeving met de voor de Burren zo karakteristieke
rotsen. Een stuk om nog eens te rijden, zeiden we tegen elkaar.
De tocht eindigde in Lisdoornvarna, bij het Royal Spa hotel, waar 's
avonds ook de maaltijd werd geserveerd. Lisdoornvarna staat bekend als
koppelstad. Van oudsher komen hier éénmaal per jaar vrijgezelle
mannen en vrouwen naar toe om op zoek te gaan naar een partner. De namen
van een aantal etablissementen zijn dan ook welsprekend, zoals 'The Matchmaker'.
Na het diner gingen Louise en ik in een aantal zaaltjes de vloer op om
onder de begeleiding van live-muziek een dansje te maken. Daarbij werden
we door het talrijke publiek nauwlettend gadegeslagen. Dat publiek bestond
voor het overgrote deel uit zeventig-plussers! Toen een aantal vrijgezelle
heren uit onze groep een knipoogje in de richting van de aanwezige dames
wierp konden we ze slechts met moeite ontzetten!
Rondrit door de Burren: 260 kilometer
Jan en Rie hadden met hun zijspan inmiddels de bijnaam 'George
en Mildred', alleen wisten ze dat zelf nog niet. Daarom had een bepaald
persoon een affiche gemaakt waarop deze namen in vele kleuren stond vermeld
en dit affiche vervolgens achter op het zijspan geplakt. Jan en Rie vonden
het gelukkig heel leuk en konden er hartelijk om lachen. Wij ook om hun
toen ze als eerste wegreden, want door alle belangstelling vergaten ze
dat ze links moesten rijden. Toen we echter een tegemoetkomende auto alsmaar
dichterbij zagen komen werd het alsmaar stiller en werd er al geïnformeerd
naar het alarmnummer. Op het allerlaatste moment gaf Jan een ruk aan 't
stuur en wist zo een botsing te voorkomen. "Ik was het even vergeten!"
zei hij 's avonds lachend.

Voor vandaag stond een rondrit van 260 kilometer door de Burren op
het programma. We vonden echter de gisteren gereden kustweg zo mooi dat
we deze eerst nog maar eens reden, waarna we de route door de Burren oppikten.
De Burren bestaat zoals gezegd voornamelijk uit steen, verspreid over het
land of in de vorm van mijlenlange gestapelde muurtjes. Na zo'n honderd
kilometer hadden de meesten van ons het wel gezien: om de één
of andere reden waren we allemaal behoorlijk moe. Daarom aanvaarden we
na de lunch de terugweg waarbij we van Barend nog wel even cultuur moesten
snuiven door het bezoeken van het Clare Herritage Centre in Corrofin: dit
bleek niet echt een succes te zijn.
Na het diner zijn we met Paul, Ellen, Barend en Marja nog een keer
naar de kustweg geweest, ditmaal om te kijken hoe het er uitzag bij het
licht van de ondergaande zon. Fenomenaal!!! Terwijl de rest van de groep
zag hoe het Nederlands elftal met 5-0 z'n groepswedstrijd won schoten wij
enkele filmpjes vol. En genoten in alle rust van de zon die in de oceaan
zakte.

Lisdoornvarna-Crosshaven: 250 kilometer
Vandaag reden we de laatste gemeenschappelijke etappe door Ierland: door
het binnenland van Lisdoornvarna naar Crosshaven. We hadden gepland in
Limerick koffie te drinken maar omdat het zondag was zaten alle pubs en
restaurants potdicht: iedereen was naar de kerk. Onderweg hadden we wel
in kleine dorpjes een aantal kruideniers gezien die geopend waren. Ellen
stelde voor om bij de volgende eens te stoppen om te kijken of we daar
koffie konden krijgen. In Ballylanders kreeg ik de lokale SPAR-winkel in
het oog en parkeerde mijn motor pal voor de ingang om polshoogte te nemen.
Dit vond de eigenaar niet zo'n goed idee en hij kwam dan ook direct op
me af om te vragen wat de bedoeling was. Toen ik hem ons probleem vertelde
(urenlang gereden, alles dicht, vreselijke dorst) begon hij aan m'n routerol
te draaien om te kijken waar we zoal langs zouden komen. "I'm afraid you
won't get any coffee during the first fifty kilometers" zei hij met treurig
gezicht. En na een blik op onze teleurgestelde gezichten: "Ehhr, maybe
I could cook a pint of coffee??". Dat zat er uiteindelijk niet in, maar
even later stonden Ellen en Bert koffie te zetten in z'n keuken, terwijl
een ander deel van de groep koeken en gebraden kippeboutjes(!) kochten
in de winkel. Voor de winkel stond een tafel met wat stoelen, en even later
zaten we uitgebreid aan de koffie! Prachtig. Terwijl de andere groepjes
passeerden roken en zagen ze natuurlijk de koffie, en uiteindelijk zaten
bijna alle deelnemers op de stoep voor de SPAR. Piet tracteerde de oudste
zoon op een ritje door het dorp en de vrouw des huizes trok een instant-camera
uit de verpakking om de hele groep op de foto te zetten.
Nadat
we allemaal een paar pond hadden gelapt en aan de SPAR-eigenaar hadden
gegeven vervolgden we onze route naar het zuiden. Na een paar kilometer
was ik echter de hele groep kwijt. Het bleek dat Maarten een lekke achterband
had. Omdat we de hele vakantie nog niet gesleuteld hadden kreeg hij natuurlijk
van alle kanten hulp aangeboden: bijna iedereen had wel een tubeless reparatieset
bij zich, dus dat moest geen probleem zijn. Helaas beschikte de R75 nog
over binnenbanden! Barend was in bezit van een GSM-telefoon en de AA werd
gebeld. Na lang wachten kwam er eindelijk een oud vrachtwagentje aangehobbeld.
Zelf het achterwiel eruit gesleuteld en Maarten samen met de reparateur
op weg gestuurd. Na een half uur kwam Maarten met een gerepareerd wiel
terug, maar wel vijftig Ierse ponden lichter. Omdat het repareren en wachten
de nodige tijd had gekost en we nog even rond wilden kijken in Cork besloten
we over de grote weg naar Cork te rijden. Vlak voor Cork reed ik weer in
m'n eentje: Maarten's achterband was weer lek!
Opnieuw
bleek de handy van Barend heel handig te zijn, en nu was de AA met eigen
materieel snel ter plaatse. De wegenwachter (zelf ook motorrijder) vervoerde
de hele motor op professionele wijze naar het dichstbijzijnde bandencentrum
waar ze de amateuristisch aangebrachte plakker hoofdschuddend van de binnenband
aftrokken. Toen Maarten vertelde dat hem dat vijftig pond had gekost konden
ze hun oren niet geloven. Warm vulcaniseren kostte bij het bandencentrum
vijf pond en toen zat de band wél dicht!
Het liep inmiddels al tegen vijfen, dus het centrum van Cork hebben
we nog steeds niet gezien. We hadden meer zin in een douche in ons laatste
Ierse onderkomen, hotel Whispering Pines in Crosshaven. Dat werd gevolgd
door een goed maal en de gebruikelijke Ierse biertjes én een lange
wandeling langs de baai.
Cork-Swansea
Vandaag
hééééél vroeg opgestaan omdat we op
tijd moesten zijn voor de boot naar Engeland. Een lange vervelende terugreis
van 10 uur op een dagboot. Helaas is er geen alternatief: er vaart maar
één boot tussen Swansea en Cork, en deze vaart 's nacht naar
Ierland en overdag terug naar Engeland. Gelukkig was Marja jarig en had
Ellen voor deze gelegenheid petjes en toeters gekocht. Marja vond het hardstikke
leuk, de meeste andere passagiers die wreed uit hun slaap werden gewekt
wat minder. Overigens waren de deelnemers aan de toer daarna makkelijk
te lokaliseren door de toeters.
Na aankomst in Swansea reden we naar het geboekte Winston hotel. Daar
bleek dat we bijna direct aan tafel moesten en er geen tijd was om te douchen.
Omdat het de laatste avond was hebben we er verder maar niet moeilijk over
gedaan. Anne bedankte iedereen voor de deelname, waarna Anne uitgebreid
werd bedankt voor de niet aflatende zorg tijdens de vakantie en het uitzetten
van de toer. Uiteraard hadden we met de groep een aantal kado's gekocht,
die door Anne zeer op prijs werden gesteld.
Tot slot
De volgende morgen gingen de deelnemers alleen of in kleine groepjes terug
naar Dover en van daaruit direct door naar huis. Wij hadden nog een aantal
dagen gepland in Wales en Zuid-West Engeland. Vanwege het uitermate slechte
weer besloten we om de resterende dagen in Zuid-Oost Engeland door te brengen.
Toen
het weer daar uiteindelijk ook tegenviel besloten we de volgende dag ook
maar naar huis te gaan. Hetzelfde gevoel hadden we vorig jaar ook na de
Spanje-reis: als je twee weken met een groep op pad bent geweest en met
z'n vieren of vijfen achterblijft 'heb je 't gehad'.
Wat kunnen we achteraf zeggen over Ierland?
-
Links rijden valt reuze mee, zeker op de motor. Ik had dat zelf al vaker
gedaan en had vreemd genoeg altijd meer moeite met het rechts rijden als
ik terug was op het vaste land! Datzelfde gevoel bleken de anderen nu ook
te hebben.
-
De wegen in Ierland zijn ontzettend slecht, zeker de kleine smalle weggetjes
op de schiereilanden aan de westkust. Maar ze zijn ook onbeschrijfelijk
mooi, net als het uitzicht. Overigens viel ons de prima staat op van het wegdek
op de wegen waar enkele weken later de eerste etappes van de Tour de
France zouden worden verreden: ze kunnen het dus wel als er maar geld is!
-
Een gemiddelde van ruim 200 kilometer per dag lijkt niet veel, maar we hadden
de tijd wel nodig. Meestal waren we net voor het diner binnen. Dat heeft deels te maken
met de grote groep waarmee we reden, het rustige rijtempo en de vele fotostops.
Maar het was wel jammer dat er 's avonds weinig tijd zat tussen aankomst
en het diner.
-
Ierland is ontzettend mooi, en de Ieren zijn onwaarschijnlijk vriendelijk.
Ze hebben echt alle tijd om je te helpen, iedereen begint een praatje met
je. Ze gaan er zelfs zo in op dat ze vergeten dat ze op de bus zaten te
wachten, met het gevolg dat de laatste bus naar huis al vertrokken is voordat
ze het in de gaten hebben...
-
De regen is ons meegevallen: we hebben twee dagen gehad met behoorlijk
veel regen. De meeste dagen hebben we gewoon mooi weer gehad. Overigens
schijnt juni de beste (droogste) maand te zijn (volgens de statistieken...).
-
Overal leuke pubs met lekker eten, lekker bier, life muziek en gezelligheid.
-
We moeten zeker nog eens terug! We hebben alleen de zuid-west hoek nog
maar gezien, en er is nog veel meer! En eigenlijk willen we de zuid-west
hoek ook best nog een keer overdoen...
-
Voor een ander mooi reisverhaal over Zuid Ierland zie
het reisverhaal van Achim